sportnieuws

Van der Poel blaast iedereen omver en levert een nooit geziene prestatie

VAN ONZE VERSLAGGEVER EDWIN MARIËN IN VALKENBURG

Nooit meegemaakt. De perstent ging volledig uit de bol tijdens de aankomst van de Amstel Gold Race en het waren heus niet alleen de Nederlandse wielerverslaggevers die hun ogen niet konden geloven. Zelfs de oude rotten in het vak, die nog ene Eddy Merckx hebben weten rijden, kunnen zich niet herinneren dat ze ooit dergelijke waanzinnige prestatie hebben gezien. Twitter ontplofte. Bram Tankink: ‘Dit kan gewoon niet. ‘ De Koperen Kogel: ‘Er is een mirakel gebeurd en dat op Pasen.’ Voor het eerst sinds 2001 – toen met Erik Dekker – slaagde een Nederlander er nog eens in om de enige Hollandse Klassieker te winnen.

Wat zin heeft het om het over het koersverloop te hebben? Alle deelnemers werden in de vernieling gereden door Mathieu van der Poel, die morgen aan een nieuw leven begint. Hij gaat samenwonen. Nadien volgt rust en dan wordt er opgebouwd naar het mountainbikeseizoen. Maar eerst zal het zich wel volgieten met het edele gerst, genietend van zijn mooiste prestatie ooit. Fenomenaal.

Van der Poel liet voor het eerst van zich spreken op 60 kilometer voor het einde. Hij schudde aan de boom maar het plannetje mislukte. Game over denk je dan. Koers gereden voor Mathieu maar niets was minder waar. Laten we toch even naar het koersverhaal gaan. De elf renners die de eerste helft van de wedstrijd kleurden waren Baugnies, Minnaard, Sprengers, Verwilst, Bole, Bernard, Meisen, Schär, Simion, Van Asbroeck en Van der Lijke. Hun maximale voorsprong bedroeg iets meer dan zeven minuten.

Na 124 kilometer, aan het Drielandenpunt, liep het even mis toen de elf verkeerd reden en een halve minuut verloren. Met nog 80 kilometer te fietsen moest Simion met krampen afhaken. Op 35 kilometer van het einde ging Alaphilippe aan de haal. Jakob Fuglsang sprong mee en zoals Greg Van Avermaet mocht ervaren tijdens de Olympische wegrit is dat een man in wiens gezelschap het leuk toeven is. Hij voelt zich nooit te beroerd om zijn deel van het werk te doen.

In de achtergrond volgden Kwiatkowski en Trentin. En plots: een beeld van verder achterop: op bijna één minuut: Van der Poel die opnieuw sleurt en zwoegt. Met nog tien kilometer te gaan had het leidersduo een schijnbaar veilige voorsprong van 45 seconden. De NOS-regisseur focuste zich op wat voorin gebeurde. Tot er beelden volgden van de vaste camera’s. Met nog 500 meter te rijden leek Kwiatkowski over Alaphilippe en Fuglsang heen te gaan. Maar dan. Ja, dan gebeurde het. Van der Poel, die de laatste veertien kilometer constant aan de groep had gesleurd, kwam als een duivel uit een doosje naar voor en won voor Clarke en Fuglsang.

‘Ik was aan het rijden voor de derde plaats’, zei de winnaar na afloop, koel als altijd. ‘Ik had schrik dat er iemand uit mijn wiel zou komen. Ik reed maar door. De informatie die ik kreeg was erg onduidelijk. Op drie kilometer voor de meet heb ik nog gevraagd hoe de situatie juist was maar niemand wist het, zelfs de wedstrijdradio niet. Geen enkele renner wou overnemen dus heb ik maar doorgetrapt. Vanaf de Bemelerberg zat ik op kop en dat tot het einde. Dit is een ervaring om nooit te vergeten. Ik besef niet dat ik heb gewonnen en dat is iets wat me niet zo snel overkomt. Neen, ik ga mezelf niet als een fenomeen bestempelen, wel als een goed renner.’

‘Pas op 300 meter voor het einde zag ik dat ik voor de overwinning kon spurten. Ik voelde dat er nog iets inzat. Nochtans was ik vanochtend niet echt kiplekker. De hitte wellicht. En waarschijnlijk werden ook heel wat grote namen achteruit geslagen door dit warme weer. ‘

‘ALS EVENEPOEL MERCKXIAANS IS, HOE NOEM JE DIT DAN?’

Van der Poel kwam dit seizoen veertien keer aan de start. Zesmaal won hij. Het moet frustrerend zijn voor de anderen. Ploegmaat Gianni Vermeersch, ook een veldrijder, maakt het mee vanop de eerste rij. ‘Ik denk dat Mathieu dit seizoen alles heeft gewonnen wat hij kon winnen. Hij gaat nu een weekje rusten en zich vervolgens voorbereiden op het mountainbikeseizoen. Tijdens de wedstrijd had ik niet veel contact met hem. Toen hij in de aanval ging ben ik bij hem gebleven. Eerlijk? Ik dacht dat de wedstrijd gereden was toen ik hoorde hoe veel achterstand we hadden.’

‘Voor de prestatie van Mathieu is er dan ook maar één woord: ongelooflijk. 50 seconden achterstand hebben in de finale van de koers en dan toch nog winnen. Daar zijn geen woorden voor. Men noemt de prestaties van Evenepoel Merckxiaans maar welke term moet je gebruiken voor wat je vandaag zag gebruiken? En dat na een volledig veldritseizoen. Wat me ook fascineert: hij blijft altijd zo cool. Vanochtend was er geen greintje spanning te zien. Niet aan de ontbijttafel, niet op de bus. De muziek speelde volle bak. Alles draait om plezier maken bij hem. Ook ik mag er nu twee weken de riem afleggen. Ik denk dat er vanavond nog behoorlijk zal worden gefeest met onze ploeg.’

Ploegleider Christian Roodhooft kon zijn tranen niet bedwingen. ‘Ik viel steil achterover toen ik hoorde dat Mathieu won. Ik wist van niks. Ik heb mij druk gemaakt, want ik kon hem geen informatie doorgeven. De radio en tv-verbinding in onze wagen was uitgevallen. Deze zege kwam dus als een geschenk uit de hemel. Alles is nieuw voor mij. Mathieu doet dingen die ongezien zijn. Ik ken hem al een beetje en aan zijn houding kan ik merken wat er in hem omgaat. Het is zo plezant werken met hem. Indien hij in de Ronde van Vlaanderen niet tegen die stomme bloembak was geknald: wat was er daar dan gebeurd? De nieuwe ‘bijna-Merckx’ is gearriveerd.’

Gelukkig mogen we Mathieu Van der Poel als een driekwart Belg beschouwen want de ‘échte landgenoten’ kwamen – op één man na – niet in het stuk voor. Wellens en Gilbert vielen niet te bespeuren, Van Avermaet miste de boot, Van Aert moest de rol lossen, net als de alweer onthutsend zwakke Sagan trouwens, die zou opgeven. Toch legde een Vlaming beslag op de zesde plaats: Bjorg Lambrecht (22), afgelopen woensdag ook al vijfde in de Brabantse Pijl. ‘Dit is een unieke belevenis. Op de Kruisberg zat ik iets te ver. Iedere klim heb ik zo hard gereden als ik kon, tot Jelle Vanendert zei: ‘Probeer het een keer.’ Ik heb zijn raad opgevolgd. Ik heb éénmaal echt aangezet en het lukte. Jammer dat ik in de spurt niet aan het wiel van Van der Poel zat want anders was een plek binnen de top vijf, of zelfs een podiumplaats, mogelijk geweest. Indien deze conditie nog even aanhoudt, dan kan ik nog mooie dingen laten zien.’

Visits: 191

This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies.  Learn more