A sportnieuwsWielrennen

Er had beslist meer ingezeten voor Cedric Beullens uit Onze-Lieve-Vrouwe-Waver

Verslag Edwin Mariën

 

LAKEN – Ooit werd er een wielerwedstrijd gereden tussen Parijs en Brussel. Die was 400 kilometer lang. Later werd dat teruggebracht naar 300 kilometer en in 2013 veranderde de race van naam en werd het de Brussels Cycling Classics. Het parcours werd meerdere keren aangepast en de wedstrijd kreeg ook een andere plaats op de kalender, tussen Giro en Tour. Muur en Bosberg werden vandaag voor de derde keer aangedaan maar liggen veel te ver van de aankomst om een beslissende rol te spelen. Traditiegetrouw draaide het uit op een spurt, maar niet met het ganse pak. Het leverde Arnaud Démare zijn tweede zege op in deze klassieker. Tobias Lund Andresen en Jordi Meeus mochten mee op het podium. Cedric Beullens reed zich heel de koers in de kijker en eindigde als negende. Dries Van Gestel uit Arendonk werd vijfde.

De eerste vlucht van de dag was een maat voor niets maar nadien ontstond een kopgroep van twintig met Beullens en Van Gestel als vertegenwoordigers van onze provincie. Op de Bosberg – met nog 53 kilometer voor de boeg – bedroeg de voorsprong 40 seconden. Op twintig kilometer van de meet, net voor de laatste kasseistrook in Lennik, leek het avontuur van de twintig een einde te kennen. Intermarché-Circus-Wanty, dat met Girmay een mannetje in de kopgroep had, counterde echter elke poging van Soudal Quick-Step in het peloton. Er werd nog wat verwacht van Cedric Beullens, die – bij afwezigheid van Arnaud De Lie – zijn eigen kans mocht gaan, maar dat gebeurde niet.

Beullens: ‘Ik heb de samenstelling van de kopgroep goed ontleed en ik had al wel vlug door dat er heel wat kleppers bijzaten. Ik begreep dat ik moest gokken op mijn sprint. Kelland O’Brien heeft dan nog een sterke demarrage gedaan, maar alle aanvalspogingen waren tevergeefs. Toen wist ik dat het heel moeilijk ging zijn. Ik heb me gewoon zover mogelijk achteraan gezet. Het was een kleine groep. Dan maakt het weinig uit of je nu als tiende of als twintigste rijdt. Ik ben heel tevreden over de eerste en de tweede passage op de Muur. De eerste keer heb ik mezelf nog een weg moeten banen in de aanloopstrook, de tweede maal heb ik nog op de Muur zelf kunnen opschuiven. Dan had ik al het idee dat alles goed zat. Maar ik wist ook dat we op de baan richting Bosberg tegen de wind zouden moeten kampen. Als je iets wil forceren is het daar of op de Congoberg maar demarreren zou de groep uit elkaar getrokken hebben en vermits het peloton ons zo kort op de hielen zat, waren we dan zeker niet voorop gebleven.’

‘Het was een heel moeilijke koers. Het had beter geweest indien we nog iemand meer vooraan hadden gehad van onze ploeg maar dan kan je net zo goed zeggen dat ze alle zeven hadden moeten mee zijn geweest. Mijn resultaat en de manier waarop ik de koers heb beleefd geeft me wel een goed gevoel. Ik heb nooit echt aan mijn limiet gezeten. Ik keek met vertrouwen de sprint tegemoet.’

‘Ik had het wiel van Jordi Meeus in mijn hoofd om mij in te plaatsen. Logisch want als hij sprint is hij altijd zeker van een podiumplaats. De wind kwam een klein beetje van links. Ik had verwacht dat hij vanop kop zou komen, zoals ze in de briefing hadden gezegd. Daardoor was ik wat verrast. En uiteindelijk sprong er nog iemand vlug tussen waardoor ik de boel moest toesmijten. Doordat een heleboel renners in de kopgroep heel rustig hebben kunnen meerijden waren velen onder hen op het eind nog bijzonder hevig. Iedereen keek scheel uit zijn ogen.’

‘Dit was één van mijn eerste wedstrijd zonder Arnaud. Ik heb me al heel veel weggecijferd voor hem. Met alle plezier trouwens. Dat moet ik er zeker bijzeggen. Als ik af en toe eens mijn eigen kans kan grijpen is dat mooi meegenomen. Nu rij ik de Ronde van Zwitserland. Of dat beter voor me is dan het Belgische programma, moet ik nog afwachten.’

Edwin MARIËN

 

 

 

Visits: 7

This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies.  Learn more