Dirk Kuyt: ‘Ik heb gewoon gedaan wat ik moest doen: Beerschot naar 1A brengen’

ANTWERPEN – Beerschot speelt volgend seizoen opnieuw in de hoogste afdeling dus kon een ontvangst op het Antwerps stadhuis niet ontbreken. Vanavond was het zover. Enkele honderden fans van mauve-wit waren naar de Grote Markt afgezakt. In niets te vergelijken met de massa die Antwerp vorig jaar kwam toejuichen op dezelfde plek maar wanneer je met de supporters praatte voelde je vooral angst. Angst omdat de club te koop staat maar kandidaat-overnemers terugschrikken van de vraagprijs, die na de promotie nog is opgedreven. Nochtans is nu het moment aangebroken om te investeren. Zoniet wenkt opnieuw de vrije val.

Die mening was ook Francis Vrancken toegaan, de voorzitter die het voor bekeken houdt. ‘Ik wil deze titel opdragen aan drie familieleden van onze club. Vooreerst de talloze vrijwilligers. Zij zijn het DNA van de club, als je ziet met welke passie en overgave zij dag in, dag uit, de club dienen in voor- en tegenspoed. Het ontroert mij. De titel is voor hen. Vervolgens heb je onze jeugdspelers, jeugdcoaches en jeugdmanager Davy Desmedt. Onder moeilijke omstandigheden halen zij topresultaten.’

‘En tenslotte dank aan onze loyale supporters. Op alle verplaatsingen waren zij het die de toon zetten. Menig bestuur kwam mij hiervoor feliciteren. Ik was zo trots. Thuis waren wij weergaloos. We streden met twaalf. Wat onze toekomst betreft: die is onduidelijk. Er is nood aan een planning, aan investeringen op korte termijn. Het werk moet nu starten. De uitdagingen zijn enorm en de tijd dringt. Ik reken erop dat onze meerderheidsaandeelhouder, United World, zijn verantwoordelijkheid neemt. Dat moet gebeuren.’

De regisseur van dit alles is trainer Dirk Kuyt. ‘Toen ik bij Beerschot kwam was de doelstelling om successen te behalen. Dat was ook de duidelijke boodschap die ik kreeg van technisch-directeur Gyorgi Csepregi. Ik wist dat het heel moeilijk zou zijn maar ik hou van uitdagingen en zeker bij een club als Beerschot.  In Nederland is men kritischer. Dat vat ik niet persoonlijk op. Ik heb heel veel mooie jaren als voetballer gehad in mijn land en toen heb ik heel positieve kritieken gehad. Op het moment dat het minder gaat kunnen wij in Nederland best wel hard zijn maar voor mij persoonlijk is het gewoon fijn dat ik, na een teleurstellende start met ADO, nu een heel positief iets heb meegemaakt.’

‘Het is een behoorlijke prestatie om halverwege in het seizoen in te stappen, een elftal bij de hand te nemen en datgene waar ze mee bezig waren, af te maken. Ik ben trots dat ik dat samen met de technische staf en de directie, die daar enorm bij geholpen heeft, voor elkaar heb gekregen. Ik heb de spelers het optimale uit zichzelf laten halen. De grootste pluim gaat uiteraard naar hen.’

Opmerkelijk: wie de Nederlandse kranten nu bekijkt, leest niet anders dan lof voor de prestaties van Kuyt bij Beerschot. ‘Zo gaat het vaak. Ik ben gewend om in de top te werken. Dan heb je gewoon te maken met veel mensen die een mening hebben. Daar moet je mee dealen en daar heb ik niet zoveel problemen mee. Ik ben blij dat ik hier ben in een land waar ik prettig kan werken. Ik heb me gewoon op het voetbal kunnen focussen en dat is toevallig wat ik het leukste vind.  Het verschil tussen werken in België en werken in Nederland? Dat is 100 procent anders. De Belgen zijn gemoedelijker. Dat wil niet zeggen dat ze minder kritisch zijn, maar wel respectvoller.’

‘Ik zeg niet dat dat ik niet meer naar Nederland zal terugkeren. Je mag dingen niet uitsluiten. We hebben op korte termijn iets neergezet. Die lijn zou ik graag door willen trekken maar dan gaat het ook weer over de voorwaarden die belangrijk zijn. Vandaag is niet de dag om daarover te spreken. Het kampioenschap is iets uniek en daar moet je van genieten maar morgen gaan we weer naar de toekomst kijken. Ik ben het met je eens: die toekomst is nog één groot vraagteken maar voetbal is dat überhaupt. Het is heel onvoorspelbaar maar we zijn klaar voor alles wat gaat komen. Ik ben positief ingesteld, dus ik ga altijd uit van het goede, maar we zullen het af moeten wachten.’

Edwin MARIËN

Visits: 148