A1A3EdwinWielrennen

De allerbeste van de wereld opnieuw superieur in de allermooiste op aarde

ROUBAIX – Een hele week lang ging het over de (on)veiligheid in het wielrennen. De ondertussen al befaamde chicane, voor het peloton het bos van Wallers indook, bleek uiteindelijk superveilig. Maar dat kwam ook omdat op dat ogenblik de mannen van Alpecin-Deceuninck de wedstrijd al in handen hadden genomen. Nog voor het Bos, met nog 95 kilometer voor de boeg, reden ze zij aan zij aan de kop van het peloton. Van der Poel ging ervandoor op 60 kilometer van de meet. Iedereen besefte dat de wedstrijd toen al beslecht was. Jasper Philipsen maakte het succes voor zijn ploeg compleet en eindigde als tweede, Gianni Vermeersch zowaar zesde. Mads Pedersen mocht mee op het podium. Drie Monumenten werden gereden. Ze werden allemaal gewonnen door een renner uit het team van Van der Poel. Hijzelf was tweemaal de beste, Philipsen won Milaan-Sanremo.

Parijs-Roubaix is, wat men in Vlaanderen, Wallonië, Nederland of Italië ook mag beweren, de mooiste klassieker van allemaal. De oude, versleten, wielerbaan is pure magie. Al van voor het middaguur openen de poorten en zoeken mensen een plaatsje. In wedstrijden zoals de Ronde van Vlaanderen haken renners, die het tempo niet meer kunnen volgen, af voor de finish. In het Noorden van Frankrijk gebeurt dat nooit. Zelfs wanneer de bezemwagen is gepasseerd willen gelosten – die dus niet in de uitslag zullen voorkomen – de Vélodrome bereiken. En ook hen wacht een uitgebreid applaus.

Gedurende enkele maanden zit het wielrennen in de hoek waar de klappen vallen. De snelheden die worden gehaald zijn hallucinant. Vandaag was dat niet anders. Van der Poel won met een gemiddelde van 47,8 kilometer per uur. Dat was precies één kilometer vlugger dan in 2023 en toen was dat al een record. Wielrennen is een loterij geworden. Maar wel een loterij zonder winnaars, tenzij die ene, die uiteindelijk nog overeind zal blijven. Die renner is ongetwijfeld Mathieu van der Poel. VDP mengde zich deze week wel even in de debatten rond de chicane maar de Nederbelg gaat telkens weer tot het uiterste met zijn geweldige lichaam en zijn indrukwekkende stijl. Vorige week stelde de Koppenberg bijna het hele peloton te voet maar wie reed er vlotjes naar boven? Mathieu. We zullen uiteraard nooit weten voor hoeveel weerwerk Wout Van Aert – vreselijk gevallen in Dwars door Vlaanderen – had kunnen zorgen.

Mede door de afwezigheid van de man uit Herentals komt Van der Poel, in elke wedstrijd waaraan hij deelneemt, als superfavoriet aan de start. De wereldkampioen is al lang een legende. Hij won drie keer de Ronde van Vlaanderen en tweemaal Parijs-Roubaix. Hij rijdt het ene na het andere record aan flarden. De tocht tussen Compiègne en Roubaix is vaak een kwelling voor de renners. De afstand (260 kilometer) is al een aanslag op de beentjes en vanaf Troisvilles wordt het helemaal een martelgang. Daar, met nog 167 kilometer voor de wielen, beginnen ze aan de eerste van 29 kasseistroken. Normaal komen renners en motards volledig bestoft aan. Dit keer was het anders. Het leek zelfs of Mathieu van de Poel onderweg nog een vers truitje had aangetrokken.

ALPECIN – DECEUNINCK IS DE BESTE PLOEG IN DE EENDAGSWEDSTRIJDEN

Het team Alpecin is wat Quick Step voordien was. In 2009 werd het door de gebroeders Roodhooft boven de doopvont gehouden. Bedoeling was om zich in de kijker te rijden in veldritten. In 2014 stak een jonge, beloftevolle, renner er de neus aan het venster: ene Mathieu van der Poel. Jaar na jaar domineerde het team almaar meer het wielrennen, dankzij die Nederlander met zijn Vlaams accent. Tien jaar later is Alpecin de allerbeste ploeg geworden in ééndagswedstrijden. In absolute cijfers heeft Visma – Lease meer wedstrijden gewonnen maar in de koersen waar je er moet staan – de klassiekers – vielen ze door de mand. Met Van der Poel en Pedersen heeft het team twee absolute toppers in de rangen. Adrie van der Poel, vader van, zei onlangs nog dat UAE en Visma grotere budgetten en renners hebben voor elk soort wedstrijd. ‘Indien we over meer geld zouden beschikken, zouden we nog meer coureurs kunnen aantrekken van het niveau van Mathieu en Jasper maar voorlopig kan dat niet dus focussen we op de klassiekers. De lente is dan ook het seizoen waar het team zich in de kijker moet rijden. En dat hebben ze goed begrepen.’

In het eerste wedstrijduur werd meer dan 54 kilometer afgelegd en dit dankzij de stevige wind, die vooral schuin in de rug stond. Toch geraakte een zevental voorin maar zonder Antwerpenaars. Die kwamen – uiteraard op onze ‘aangenomen zoon’ Mathieu van der Poel na – ook niet in het wedstrijdverhaal voor. Op de driesterrenstrook van Orchies vond hij het welletjes. In geen tijd reed hij een minuut voor de anderen uit. Toch viel er opnieuw een incident te noteren. Op 40 kilometer voor het einde probeerde een vrouw haar koerspetje tussen de wielen van VDP te gooien. Alweer onbegrijpelijk. Om het dan toch nog even over statistiekjes te hebben. Dertien renners wonnen Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix in het zelfde seizoen, waaronder Van der Poel, Romain Gyssels, Raymond Impanis, Fred De Bruyne, Rik Van Looy, Peter Van Petegem, Tom Boonen en Roger De Vlaeminck. Zes renners wonnen de kasseiklassieker in de regenboogtrui waaronder Marcel Kint, Rik Van Looy en Eddy Merckx.  Bernard Hinault en Peter Sagan wonnen de kasseiklassieker in de regenboogtrui en elf renners – waaronder Van der Poel, Gaston Rebry, Georges Claes, Rik Van Looy, Roger De Vlaeminck en Tom Boonen zegevierden in Roubaix twee keer op een rij. De Fransman Octave Lapize is de enige die dat drie opeenvolgende jaren kon.

Van der Poel: ‘Je kan de Ronde van Vlaanderen niet vergelijken met deze Parijs-Roubaix. Het zijn twee verschillende wedstrijden. De weersomstandigheden waren ook anders. Ik verbeter telkens weer na een paar wedstrijden. Ik maakte een goede beslissing door een paar dagen in Spanje door te brengen. De bewuste chicane zorgde niet voor de problemen die ik had voorspeld. Maar dat komt gewoon omdat op dat moment het peloton al serieus was uitgedund. Toen reden nog maar een 30-, 40-tal renners voorin. Toen ik de verkenning deed enkele dagen geleden en nadat ik de beelden op video zag was ik niet meteen fan van de ingreep. Ik ben ervan overtuigd dat – indien we daar met een volledige groep waren geweest – enkel maar een renner of vijf overeind gebleven zou zijn. Dan hadden we daar stilgestaan en dat is ook niet de manier om de passage in het Bos van Wallers veiliger te maken.’

‘Het was helemaal niet de bedoeling om op 60 kilometer voor het einde aan te vallen. Maar toen we daar passeerden vond ik dat het een goed moment was. We waren met een kleine groep en de verstandhouding was niet echt optimaal. Ik wilde vanaf daar de finale hard maken. Dat is nu éénmaal mijn sterkte. Ik had niet verwacht dat ik na die kasseistrook al alleen zou hebben gezeten maar ik had een mooie kloof gemaakt. Ik wist dat er behoorlijk wat wind zou staan tot aan de aankomstlijn en daar kon ik van profiteren. Je weet nooit hoe de andere renners zich voelen. Ik had wel door dat ik de goede benen had vandaag maar dat is nog geen garantie dat je de race naar je hand kan zetten. Jullie hebben misschien de indruk dat wedstrijden winnen normaal is geworden voor mij maar dat is het zeker niet. Hiervan kon ik als kind alleen maar dromen. Deze overwinning is nog specialer door het feit dat ik in de trui van wereldkampioen rondrijd. Ik had het me nooit kunnen voorstellen dat ik nu zoveel koersen zou winnen. Toen ik jonger was concentreerde ik me louter op veldrijden. Het is onvoorstelbaar en ik probeerde er ook van te genieten in het laatste gedeelte van de race. Dat kon ik niet doen in de Ronde want daar zat ik aan mijn limiet. Vandaag voelde ik me beter, ook in de finale. Ik probeerde ervan te genieten want het blijft toch een speciaal moment, dat niet eeuwig blijft duren.’

‘DIT KEER WEL GECOMMUNICEERD MET DE PLOEGLEIDING OVER MIJN AANVALSPOGING’

‘Onderweg wisselde ik – net als vorig jaar – van fiets. Ik startte met dunnere banden en reed daarmee tot aan kilometer 100. Op die manier probeerde ik wat energie te sparen. Op het moment dat ik naar Roubaix reed ging er niet veel door mijn hoofd. Ik bleef geconcentreerd, zeker op de kasseistroken. Ik probeerde onnodige risico’s te vermijden. Het is altijd moeilijk om vergelijkingen te maken maar ik denk dat ik vandaag dichtbij mijn niveau van Glasgow kwam. Het is jammer dat de volgende weken een aantal renners niet aan de start zullen verschijnen. Maar ik weet dat het, zelfs wanneer ik mijn beste niveau haal, moeilijk zal zijn om in Luik te winnen. Maar ik ga het proberen en zie wel hoever ik geraak.’

‘Zoals in elke wedstrijd kan je nooit op voorhand inschatten wat er gaat gebeuren. Ook vandaag maakte ik geen plan. In een wedstrijd zoals Parijs-Roubaix is dat gewoon niet mogelijk. Je kan altijd bijvoorbeeld een lekke band krijgen. Ik had dit keer wel gecommuniceerd dat ik ging aanvallen. Dus heb ik dat ook gedaan. Ik dacht niet dat één demarrage voldoende zou zijn maar dat was het wel en dan krijg je vleugels. Wanneer je dan in de radio hoort dat de kloof met de anderen almaar groter wordt dan weet je dat je een goede kans maakt om het vol te houden tot aan de aankomstlijn.’

Ook vader Adrie deed na afloop zijn zegje. ‘Ik heb met een half oog naar de televisie gekeken en ik heb de mannen voorbij zien komen. Ik heb een hele sterke ploeg gezien, met een hele goede Mathieu en een hele goede Jasper. Ik mag eigenlijk geen namen noemen want anders doe ik andere renners tekort. Vorige week reed hij 45 kilometer voorop, nu 60 maar qua tijd is dat ongeveer hetzelfde. Ik denk dat hij gedacht heeft: ‘Dat kan ik aan.’ Er was veel wind in de rug. Achter hem hadden we het geluk dat Jasper goed zat. Het was gewoon weer een collectief sterke prestatie.’

‘Dit is geen unicum. In het verleden waren renners, die goed waren in Vlaanderen, ook goed in Roubaix. Er zijn nog coureurs geweest die de dubbel gedaan hebben, anderen niet. Zoiets kan alle kanten uit. Ik vond dat één van de topfavorieten, Jonathan Milan, heel vroeg gevallen is. Dan kom je bij Mads Pedersen uit, die ook over een sterke ploeg beschikt. Ik had ook Oliver Naesen verwacht. Dat is ook één van het type renners die vorige week ook goed waren en die vandaag een parcours had dat hem nog beter had moeten liggen. Zo zie je maar dat wielrennen geen wiskunde is.’

De volgende wedstrijd op de kalender is de Brabantse Pijl, die volgende woensdag wordt gereden. Dan krijgen de kleinere goden een kans. De volgende Wereldbekerkoers is meteen ook de enige Nederlandse klassieker: de Amstel Gold Race van aanstaande zondag.

Edwin MARIËN

Foto Pauline BAULET – ASO

 

Visits: 267

This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies.  Learn more