Mathieu van der Poel: ‘Dit keer was het niet mijn idee om zo vlug in de aanval te gaan’
Verslag Edwin Mariën
SCHERPENHEUVEL – De openingsrit van de Baloise Belgium Tour is een volledig succes geworden voor Alpecin-Deceuninck. Lang zag het ernaaruit dat Mathieu van der Poel de overwinning op zijn naam zou schrijven. Hij maakte immers deel uit van de kopgroep die om de zege zou gaan sprinten. Maar niks was minder waar. Een omvangrijke achtervolgende groep kwam nog aansluiten en Van der Poel trok de spurt aan voor Jasper Philipsen. Met succes. Beide ploegmaats staan op de plaatsen één en twee in de klassering omdat de inwoners van ’s-Gravenwezel acht seconden boni bij elkaar sprokkelde in de Gouden Kilometer.
Van de openingsrit werd niet veel verwacht. Het parcours leek niet selectief genoeg en de hitte zou ook wel een belangrijke rol spelen. Dat laatste was zeker het geval. Al vijf renners hielden het voor bekeken. Maar anderen maakten er een keiharde en spektakelrijke wedstrijd van waarin geen rol was weggelegd voor Antwerpenaren, Mathieu van der Poel even buiten beschouwing gelaten.
Alpecin-Deceuninck schudde al op 90 kilometer voor de finish aan de boom. De ploegmaats Van der Poel, Philipsen en Vermeersch sloten, samen met Mathias Vacek, aan bij de vroege kopgroep. Onmiddellijk sloegen ze een kloof waardoor Soudal Quick-Step, Team DSM, Lotto Dstny en Intermarché-Circus-Wanty moesten reageren en de koers bijzonder boeiend werd. Op 60 kilometer voor het einde ontstond een nieuwe kopgroep, alweer onder impuls van – wie anders dan? – Van der Poel. Op de laatste beklimming van de Kerkstraat maakte hij opnieuw deel uit van een kopgroep van vijf. Op de Wijndries schudde Van der Poel nog maar eens aan de boom, waardoor nog vier renners op tien kilometer voor het einde een boni hadden van 30 seconden. In de Gouden Kilometer pakte Van der Poel acht seconden. Op amper drie kilometer van de finish – die in de buurt van de Basiliek lag – kwam een fel uitgedund peloton bij de vier waarna de renners van Alpecin-Deceuninck hun heerschappij toonden. Philipsen won en wordt leider. Jakobsen werd tweede, Dupont derde en Van der Poel zesde.
Van der Poel: ‘Het was zaak om de kopgroep voorin te houden tot aan de Gouden Kilometer en nadien alles op Jasper te zetten. Dat is goed gelukt. Of dit een scenario is dat we ook in de Tour zullen gebruiken kan ik nu niet zeggen. Dat is een andere wedstrijd. Hier zijn iets minder sprinttreinen maar toch mag je de lastigheidsgraad niet onderschatten. Het was niet echt mijn idee om er op 88 kilometer voor het einde van door te gaan. Ik ben niet moeilijk te overtuigen. De ploeg wou iets vroeger de koers lastig maken. Ze wisten ook wel dat Jasper dat beter aankan dan andere sprinters maar het was een beetje jammer dat we daar met drie voorin kwamen te zitten. Deze wedstrijd is wat ik echt nodig heb. Ik voelde vandaag al een enorm verschil tegenover zaterdag in het Hageland. Ik heb soms een paar koersen nodig om super te zijn. Vandaag was ik gewoon goed. Ik hoop dat ik goed herstel en dat ik attractief kan koersen.’
‘Omdat ik wat minder wedstrijden heb gereden heb ik veel gretigheid in elke koers waarin ik start. Vandaag was dat ook het geval. Dat maakte de wedstrijd leuk. Dat is ook de reden dat ik hier zit en niet in Zwitserland. Qua karakter sluiten Jasper en ik goed bij elkaar aan. In het begin, toen hij bij de ploeg kwam, hadden we eigenlijk niet zo heel veel contact maar door wat meer wedstrijden samen te rijden en wat meer samen op pad te zijn word je automatisch vrienden. Het klikt gewoon goed met hem. We hebben altijd een fijne tijd samen. Dat is wel belangrijk. Het is leuk om dit soort werk te doen als je weet dat je een sprinter hebt die het gewoon heel vaak afmaakt. Hij zit sowieso in de top vijf van de beste spurters. Wat hem zo goed maakt is dat hij een heel zware wedstrijd aankan. Dat zag je ook in Roubaix. Er zijn weinig sprinters die dat kunnen maar hij is hij veel dan dat. Ik denk dat hij gewoon wat frisser dan de rest kan beginnen sprinten. Naar dit wilden we toewerken toen we begonnen: dat we met meerdere renners de wedstrijd zouden kunnen afmaken, zodat ik het niet overal moest gaan doen. Ik heb sowieso al meer rust maar het is makkelijker rijden als je zo’n killer hebt in de ploeg.’
Views: 14