Lorena Wiebes de verwachte winnares na oersaai EK, drie Antwerpse rensters teleurgesteld
HASSELT –Ik hoop voor u dat u vanmiddag een puzzel van 1 000 stukjes hebt opgelost, aan uw postzegelverzameling hebt gewerkt of gekeken hebt hoe het gras in uw voortuin groeit want dat alles was boeiender dan net geen vier uur liggen staren naar een Europees kampioenschap bij de elite-vrouwen waarin nu eens werkelijk niks gebeurde. Het was gewoon wachten op de verwachte spurt en de al even voorspelbare overwinning van Lorena Wiebes. Italië en Nederland hielden de boel gesloten en het leek wel of de andere landen zich neerlegden bij het onvermijdelijke. De Belgische meisjes probeerden het nog wel een aantal keren maar waren ontgoocheld omdat niemand wilde meewerken.
In de spurt had Lorena Wiebes zelfs geen Nederlandse lead out nodig om het te halen. Zij had nog wat goed te maken na haar mislukte Spelen en de toch ook niet helemaal geslaagde Tour. Ze werd al Europees kampioene in 2022 en vorig jaar werd ze geflikt door haar landgenote, Mischa Bredewold. Haar zege in Hasselt was de negentiende van het seizoen. Elisa Balsamo uit Italië werd tweede, ook niet meteen een verrassing. Ook in Gent-Wevelgem moest zij in een massaspurt de duimen leggen voor Wiebes. Onlangs, in de Ronde van Romandië, klopte ze dan weer Lotte Kopecky. Podiumplaats nummer drie was voor de Poolse Daria Pikulik. In Parijs won zij zilver in het omnium.
Marthe Truyen uit Nijlen (zie foto) werd eerste landgenote op een veertiende plaats. Zij moet het vooral hebben van haar sprint. ‘We probeerden naar voor te komen op drie kilometer van de streep. Maar tegen Nederland was niks te doen. Ik heb medelijden met Marion (Norbert Riberolle). Zoals zij gewerkt heeft… Tegen de oranje-meisjes was niks te doen. We hadden afgesproken om helemaal rechts te houden maar daar zaten we helemaal in de wind. Wanneer je daar drie kilometer lang moet tegen beuken heb je de laatste 200-300 meter gewoon geen kracht meer. We hebben het geprobeerd en voor hetzelfde geld komt er wel ruimte, kunnen we aanhaken aan de trein waarin we willen zitten en plaatsen we ons uit de wind. Dan is er veel meer mogelijk. Het team mist ervaring, net als ik. We kunnen niet strijden tegen die grote spurtkanonnen. Het moest allemaal meezitten en dat was vandaag niet meteen het geval.’
‘Iedereen bij ons kreeg zijn eigen kans, iedereen mocht proberen. Er was geen kopvrouw aangeduid. Enkel wanneer het op een sprint zou uitdraaien was het voor mij. We zagen al direct dat Nederland alles controleerde. Er waren nog veel moedige aanvallen van ons en van andere ploegen maar het mocht niet zijn. De Nederlanders zijn nooit echt in gevaar geweest. Ik mocht sprinten dus voor mij maakte het koersverloop en de dominantie van oranje niet veel uit. Voor de aanvallers lag dat anders. Niemand is er in geslaagd om langer dan twee minuten voorop te rijden. Eigenlijk was het wel een leuke ervaring. Ik had gisteren al naar het EK gekeken op tv. Er was niet extreem veel volk maar vandaag stonden er vanaf Zolder tot aan de aankomst wel mensen. In het begin probeerden we een plaspauze in te lassen en het duurde wel een tijdje voor dat kon. Ik ben blij dat ik vandaag aan de start stond.’
‘Het is duidelijk dat Lotte Kopecky moet terug komen. Ik besef nu dat ik nooit een massasprinter zal zijn. Als alles meezit kunnen we top tien rijden. Ik onthoud dat we het geprobeerd hebben maar dat we er niet in geslaagd zijn om ons doel te bereiken.’
BELGEN HEBBEN HET GEPROBEERD MAAR GEEN ENKEL LAND ZORGDE VOOR STEUN
Audrey De Keersmaeker uit Borgerhout reed als 27 ste over de meet. ‘Iedereen wist dat Nederland zou sprinten met Lorena Wiebes. Dat is natuurlijk hun volle recht. Ik had de andere landen iets aanvallender verwacht. Uiteraard wilden Nederland en Italië het laten uitdraaien op een sprint maar ik had gehoopt dat een land als Duitsland meer zou laten zien. Op het einde hebben zij het wel geprobeerd maar er ging altijd maar één renster in de aanval. Er geraakte nooit een groepje weg. Wanneer je alleen moet opboksen tegen zo’n blok maak je geen kans. We hebben geprobeerd om iemand mee voorin te krijgen. Daar lag onze grootste kans. Met Marthe kunnen we ook wel een goede sprint rijden. Uiteindelijk zijn we daar voor gegaan omdat we zagen dat er niemand weg bleef. In de sprint is het een klein beetje mis gelopen. We geraakten elkaar onderweg kwijt. Zo’n dingen gebeuren. Dat is jammer maar er is niks aan te doen.’
‘We hebben wel allemaal bewezen dat we hier op ons plaats waren. Marthe is als veertiende geëindigd. Ik geef toe dat dat niet datgene was waarvoor we naar hier zijn gekomen. Zij had zeker een top tien-plaats in haar hoofd. Top vijf was heel mooi geweest. Het is jammer dat dit niet gebeurd is maar in de breedte hebben we laten zien dat we ons mannetje konden staan. Ikzelf had een goed gevoel. Maar het parcours was niet echt iets voor mij. Ik ben iemand die liever wat hoogtemeters overwint. Ik had gehoopt dat die twee kleine hellingen de koers zouden doen openbreken maar ze lagen te ver van de aankomst. Dat had er misschien wel iets mee te maken. Bij de beloften gisteren hebben we wel meer koers gezien en ook wij hadden een soortgelijk scenario in ons hoofd.’
‘Ik denk dat ik nog nooit zo lang in het peloton heb gezeten. Ik had gehoopt met een groepje weg te geraken. We hebben om de beurt wel eens een keer geprobeerd maar het ging gewoonweg niet. Dan kan je blijven forceren maar dat haalt niks uit. Ik kan geloven dat het voor de mensen maar een saai kijkstuk was.’
Valerie Demey uit Dessel eindigde als 56 ste op elf seconden. Zij ging een paar keer in de aanval, onder meer op 30 kilometer voor het einde. ‘Wat we ook probeerden, de Italianen zaten direct in het wiel. Daar was niet veel tegen te beginnen. Ik zeg nu niet dat het frustrerend koersen was want je weet dat op voorhand. Het was zaak om het te blijven proberen. Wanneer het niet lukt, dan is dat zo maar dan heb je er wel tenminste alles aan gedaan om iets te forceren. Ik heb zelf een paar maal een poging ondernomen. Misschien was dat ietsje teveel van het goede waardoor er niet altijd evenveel dash achter die aanvallen zat. Soms denk ik: ‘val zo vaak mogelijk aan zodat dit op hun zenuwen begint te werken’ maar dat lukte niet. Ik vind het verbazend dat andere landen niet wilden meewerken. Ik begrijp dat Nederland en Italië voor een sprint gaan maar ik kan me niet inbeelden dat die andere landen zo overtuigd zijn van hun sprinter. Dat is jammer.’
‘We hebben gedaan wat we konden. We waren realistisch. Zoals we op voorhand zegden waren we hier met een ploeg van vrijbuiters. We hadden snel door dat het niet werkte maar we hebben het geprobeerd en we hebben ons getoond. Ooit zal het weleens lukken. De opdracht was om kansen proberen te creëren, kansen te grijpen en een aanval proberen op te zetten. We moesten heel vaak lang rechtdoor rijden waardoor de aanvallers niet echt in het voordeel waren. De kasseien en de klimmetjes zijn wel lastig maar net niet moeilijk genoeg. Ik had ook de indruk dat de wind niet helemaal voordelig stond om een aanval op te zetten. Dat zijn allemaal factoren die het nog extra moeilijk maakten.’
PROGRAMMA VOOR MORGEN: 9 uur Meisjes junioren, 12.30 uur Elite Mannen
Edwin MARIËN
Views: 142