Het nieuwe leven van Rocky Peeters, ex-voetballer van Olen, Lierse, Geel en Beerschot
WESTERLO – Er is nog wel degelijk leven na het voetbal. Sommige voetballers ondergaan na hun carrière een ware metamorfose. Rocky Peeters bijvoorbeeld. Hij speelde onder meer bij Linda Olen, Lierse SK, Verbroedering Geel en Germinal Beerschot en was even trainer bij Lierse Kempenzonen. Nu staat hij in contact met David Silla. Beiden delen een nieuwe passie: wijn.
Peeters: ‘Ik ben afkomstig van Olen Centrum maar woon in Herselt. Mijn vrouw is van Leuven dus het was evident dat we een woonst hebben gezocht tussen Olen en Leuven. Ik ben beginnen voetballen bij de jeugd van Linda Olen. De tijden zijn wel veranderd. Vroeger kon je als het ware enkel gaan voetballen of naar de chiro gaan. Vermits ik sportief was aangelegd heb ik gekozen voor het voetbal. Elk jaar kwamen er andere clubs naar mij kijken. Toen waren dat vooral Lierse, Westerlo en Mechelen. Zij vroegen of ik bij hen wou komen trainen maar mijn vader had maar één wagen. Dat ging niet. Toen ik elf jaar was belde Lierse aan en toen ben ik wel op het aanbod ingegaan. Ik heb er alle jeugdreeksen doorlopen van nationale miniemen via de scholieren tot de Uefa’s. Ik heb getraind onder mensen als Marcel Vets. Hij heeft mij als jeugdcoördinator mee groot gemaakt.’
‘Roger Smets – ook uit Herselt – heeft mij eigenlijk naar ginder gehaald. De tweede trainer die ik er had was Tony Van Brandt. Zijn zoon, Tommy – een kleine, technische middenvelder -heeft ook nog de beloften van Lierse gehaald. Ook Franck Braekmans heb ik er gekend. Hij is daarna nog trainer geweest in de provinciale reeksen, onder meer bij Wuustwezel. Hij was de assistent van Eric Gerets toen Lierse kampioen is geworden. Bij Lierse lag er een meerjarig contract klaar voor mij maar ik had het gevoel dat er meer rekening werd gehouden met andere spelers. Daarom heb ik de stap naar Geel gezet in tweede klasse. Ik studeerde er aan de Hogeschool Kempen. Ik heb een jaar niet gevoetbald. Dokter Martens heeft me geopereerd aan mijn enkel. De vraag was toen of ik nog deftig zou kunnen voetballen. Het was kantje boordje.’
‘Nu is dat een doodgewone operatie maar toen stond de techniek nog in zijn kinderschoenen. Het is gelukkig helemaal goed gekomen. Ik heb verder kunnen spelen zonder tape. Ik heb dan gerevalideerd bij een privé-coach en belandde toen bij de beloften van Geel. De eerste ploeg was het jaar voordien gepromoveerd en Paul Put heeft me bij de A-kern genomen. Het daaropvolgende jaar zijn er wat problemen geweest doordat er Hongaren kwamen bij Geel. De ploeg is terug afgezakt en Jos Heyligen werd de nieuwe trainer. Hij heeft me van dag één in de ploeg gedropt en ik ben er niet meer uitgegaan. Ik heb zowat overal gespeeld. Bij Lierse was ik rechtsvoor. Op een bepaald moment was er iemand gekwetst op het middenveld, op de 6-8. Daar heb ik dan de rest van mijn jeugd gespeeld ook omdat ik op een bepaald moment mijn scheut kreeg.’
‘Ik ben laat beginnen groeien. In het eerste, tweede, middelbaar was ik de kleinste van de klas. Ik kreeg een heel andere morfologie en ging van wendbaar snel naar loom rank. In Geel begon ik dan centraal achteraan. We stonden 1-0 achter tegen Olympic Charleroi. Jos Heyligen zette mij een kwartier voor tijd vooraan. Ik scoorde de 1-1 en leverde in de verlengingen de assists voor de 2-1 en de 3-1. Ik heb de rest van het jaar als targetspits gespeeld met Ronny Van Geneugden en Ngoy N’Sumbu. Het seizoen voordien had Bruno Versavel me onder zijn vleugels genomen. In Voetbalmagazine liet hij optekenen dat ik meer progressiemarge had dan een Köller. Er werd constant met mij geschoven zodat ik me nooit heb kunnen ontwikkelen op één positie. Voor de trainer was ik een zegen. Hij kon me overal inzetten.’
‘MET GEEL SPEELDEN WE DRIE JAAR OP RIJ DE EINDRONDE’
‘Maar voor mijn eigen carrière was het nefast. Ik werd dikwijls bekeken als een hardwerkende, lopende, zwoegende middenvelder terwijl de mensen die met mij gespeeld hebben mij toch anders inschatten. Na Geel ben ik naar Harelbeke gegaan. Daar was ik ploegmaat van Ode Thompson, die tijdens het seizoen naar Anderlecht vertrok. Ook Joris De Tollenaere speelde er. Harelbeke is toen failliet gegaan. Daardoor ging ik terug naar Geel waar Peter Maes ondertussen trainer was. Drie jaar op rij speelden we de eindronde. Tijdens de laatste eindronde heeft Roeselare, met Dennis van Wijk, me weggekocht. Het jaar daarna zijn we gepromoveerd. Tijdens het eerste halfjaar in eerste klasse maakte ik acht doelpunten als middenvelder. Roland Duchatelet is me dan komen halen om naar Sint-Truiden te gaan. Ik heb daar drie jaar gespeeld. Nadien volgden drie jaar Germinal Beerschot.
‘Daar heb ik Aimé Anthuenis en Jacky Mathijssen als trainer gekend maar voor hen Harm van Veldhoven, een prachtkerel. Ik speelde er met Fadiga, Leko, Proto, Goor, Dheedene, Wanyama,… Die laatste heeft me mijn positie gekost. Beerschot had alles om het te maken. Er waren schitterende supporters. Wanneer je naar de spelers ziet was er ook veel potentieel. Toch sloeg het niet aan. Soms is het niet aangewezen om alleen maar goede spelers te hebben. Teveel ego’s in een ploeg is ook niet altijd goed. Je moet ook voor waterdragers zorgen. Maar soms klikt het gewoon niet. Bij voetbal komt zoveel kijken. Hoe hoger je speelt, hoe moeilijker het is want iedereen wil spelen. Het managen van spelers is niet eenvoudig. Bij Beerschot had men trouwens ook de nodige budgetten. Ik ben vertrokken toen Patrick Vannoppen de zaak heeft overgenomen.’
‘Op een jaar tijd is de club als een pudding in elkaar gezakt. Toch niet te begrijpen voor zo’n traditieclub. Ze zijn vervolgens wel terug naar boven geklauterd maar nu zitten ze op hetzelfde punt als toen. Voor mijn Pro License heb ik Kuyt nog meegemaakt. Ik heb met hem samengezeten in het Nederlands opleidingscentrum. Hij is een schitterend mens. Maar goed, met Vannoppen had ik geen contact, ook al omdat ik dan naar Cyprus ben gegaan. Toen ik terug kwam had ik contacten met Waasland Beveren en KV Mechelen maar de voorwaarden waren niet echt interessant. Ik ben dan trainer geworden al was dat onbewust. Het was nooit mijn bedoeling. Ik ging naar Tienen. Zij hadden financiële problemen en geen budget en vroegen me om speler-trainer te worden. We zijn dat seizoen met min negen punten begonnen maar we speelden kampioen.’
‘Toen is Wijgmaal komen aankloppen met Bart Vanhoudt. Zij zochten een targetspits met ervaring om ballen bij te houden. Dat waren de drie schoonste jaren van mijn voetballeven. We waren een groep vrienden. We speelden voor het plezier en behaalden resultaten. Budgettair was het één van de minste ploegen uit de reeks maar we zijn twee keer gepromoveerd om uiteindelijk in tweede amateur te belanden. We speelden de eindronde om naar eerste amateur te gaan. Lierse Kempenzonen heeft me toen weggekocht als trainer. Maar dat klikte niet. Na zeven maanden was het voorbij. Over de redenen gaat ik het hier nu niet hebben. Ik had hoofdtrainer kunnen worden bij Waasland Beveren maar ik heb die aanbieding links laten liggen. Voor Lierse maakte ik een sportieve analyse maar de helft van de club volgde die niet.’
‘SPELERS MET ERVARING BLEVEN AAN BOORD BIJ LIERSE MAAR ZE WAREN OVER DE TOP’
‘Er zijn toen allerlei zaken gebeurd. Spelers met ervaring bleven aan boord. Maar ze waren over de top. Een jaar later zijn ze allemaal naar provinciale gegaan. Dat zegt voldoende. Van in het begin is het daar scheef gelopen. De club was ten dode opgeschreven vanaf het begin van het seizoen. Vervolgens ben ik voor drie jaar naar Bocholt gegaan. Daar vond ik een heel toffe groep terug. Ik was toen al bezig met wijn en ik kreeg alles niet meer gedaan. Ik zat meer met de wijnbusiness in mijn hoofd. We zijn als vrienden uit elkaar gegaan. Ik heb er nog veel contacten en ga er vaak kijken. Ik ben wel nog gecontacteerd door de voetbalbond en ben assistent geweest onder Thierry Siquet bij de U19. We hebben toen net het EK in Malta niet gehaald omwille van een slechter doelpuntensaldo terwijl we iedereen weg hadden gespeeld met een Arthur Vermeeren, Romeo Vermant, Mario Stroeykens,… in de ploeg.’
‘Ik heb ook de kans gekregen om er hoofdtrainer te worden bij de U18 als opvolger van Wesley Sonck maar ik koos opnieuw voor de wijn. Wat ik vorig jaar wel heb gedaan is de Kings League, met Eden Hazard, in Mexico City. Dat is een zeven-tegen-zeven-tornooi van Gerard Piqué. Het is heel populair in Spanje en Zuid-Amerika. Het heeft ongeveer het format van Masters of Madness. Ik heb er naast Falcao en naast Totti gezeten. Dat is weleens leuk om mee te maken.’
‘Ik ben ook uit het trainerswereldje gestapt omdat je de speelbal blijft van andere mensen, ook al lever je goed werk. Ik heb altijd heel graag gevoetbald. Dat mis ik nog elke dag. Maar de rest mis ik helemaal niet. Sommige clubs halen drie trainers per seizoen binnen. Bij wie ligt dan het probleem? Bij de trainer of bij het management dat die trainer heeft gekozen? Ik zie nog heel veel clubs die opportunisten aanwerven en die de verkeerde personen op de verkeerde plaatsen zetten. Die mensen beslissen dan wel welke kern je moet samenstellen.’
‘Plus: wie betaalt, die maalt. Mensen met geld, die niks van voetbal kennen, willen wel hun zegje hebben en gaan puur af op emotie. Als je ziet hoeveel geld er in het voetbal rondgaat dan is het toch normaal dat je een club als een bedrijf moet managen? Ik doe zaken met mensen die ik vertrouw, waar een handdruk een woord is. Je moet correct zijn. In het voetbal zitten nog teveel mensen die daarbuiten niks kunnen en die absoluut hun postje willen behouden en daar alles voor doen. Zij gaan dan soms middelen gebruiken die niet correct zijn om er zelf goed uit te komen.’
‘WIJ LEVEREN WIJN VOOR DE GROOTSTE EVENEMENTEN UIT DE STREEK’
‘Mijn wijnverhaal is eigenlijk begonnen toen ik bij Germinal Beerschot speelde. William Wouters was de grote bezieler van Pazzo in de Oudenleeuwenrui. Dat was één van mijn lievelingsrestaurantjes. Wouters was een Beerschot-supporter en had boven het restaurant een wijnbarretje. Ik dronk wel bier met de andere spelers maar ik verkoos een glas champagne of wijn. Dankzij hem heb ik ingezien dat de wereld van wijn fenomenaal is. Op een bepaald moment vroeg een vriend mij waarom ik zelf geen zaak in wijn opstartte. Bij mij thuis, in Herselt, heb ik dan een klein wijnhandeltje geopend. Op de duur ben ik eigen wijnen beginnen zoeken tot ik mijn eigen portfolio had. Nu, negen later lever ik aan de betere restaurants. Wij leveren ook aan grootse evenementen in de regio, zoals het evenement van de Rotary Club – waar ikzelf lid van ben – en waar 1 000 mensen naartoe komen. We leveren ook aan KVC Westerlo.’
‘Elke thuiswedstrijd verzorgt tweesterrenzaak Maison Colette uit Westerlo de menu en wij zorgen voor aangepaste wijnen. Zondag, na de thuiswedstrijd tegen Anderlecht, vertrek ik onmiddellijk naar Cannes waar ik op een vastgoedbeurs de wijnen lever. Ik ga veel wijndomeinen bezoeken in het buitenland. Ik probeer Belgisch te werken, zowel met Belgische wijnen als met Belgische wijnmakers in het buitenland. En op een dag kwam David Silva op mijn pad.’
Silva is een voormalige profvoetballer en was van 2006 tot 2018 international in de Spaanse nationale ploeg, waarvoor hij 125 interlands speelde en 35 keer scoorde. Van 2010 tot 2020 speelde hij bij Manchester City. Real Sociedad was de laatste club waar Silva een contract tekende, alvorens een zware blessure een einde maakte aan zijn carrière. Silva richtte een bodega op, offroad gelegen in het binnenland van Gran Canaria en wil de beste wijnen maken. Daarvoor doet hij beroep op de succesvolle en bekende wijnmaker Jonatan Garcia. De naam ‘Tamerán’ wordt vaak genoemd als de oorspronkelijke benaming voor het eiland Gran Canaria.
‘Jess Van Weert had Silva leren kennen in Gran Canaria. Ik ben zijn wijnen gaan proeven en vind ze fenomenaal. Het wijndomein kan je niet gaan bezoeken. Ik weet waar het ligt maar voor de buitenwereld blijft het een geheime locatie. Op het einde van de rit moet kwaliteit primeren. Het is niet omdat David Silva of de paus of de koning het doet, dat het goed is. Voor Silva is dat een prestigeproject. Voor de centen moet hij het niet doen.’
‘Ik kom uit de voetbalwereld. Ik geef mijn mening. Het is goed of slecht. En dan mag een fles acht euro kosten of 2 000 euro. Het is gemakkelijk om met namen te dwepen maar het is veel leuker om onbekende dingen te zoeken. Onlangs hebben we bij Hert in Turnhout de wijnen voorgesteld. Vorig jaar, in de lente, heb ik hier op de Grote Markt in Westerlo wijnbar BAR VIN geopend. In het begin was dit nog een koffiebar, nu is dat een aperitief-wijnbar die van 18 tot 23 uur open is en op zondag van 14 tot 23 uur. Op maandag en dinsdag zijn we gesloten. We hebben onze huiswijnen maar elke maand veranderen onze wijnen per glas. Zo komt men wel eens een glas Barolo proeven. Niet iedereen wil daar een hele fles van leeg drinken. We bieden ook wijnen aan van druiven die niemand kent, in alle prijscategorieën. We proberen er telkens wat tekst en uitleg bij te geven.’
‘Dergelijk concept bestond al wel in de grootsteden maar hier in de buurt had men dat nog niet. Nu begint het mooi te werken. Ik moet al met reservaties gaan werken. Dikwijls moeten we tegen de mensen zeggen dat de zaak vol zit. Anderzijds is het wel fijn dat mijn passie wordt geapprecieerd. Het is niet de bedoeling dat dit een café wordt waar iedereen Stella zit te drinken. We willen gewoon kwaliteit leveren in een zaak die voor iedereen toegankelijk is. Daarbij leveren we Trendy Bites. We hebben een vlees- en een kaasplank maar verder ook het fijnere werk. En binnenkort kan men terecht op het ruime terras.’
Edwin MARIËN
Foto’s EM & Philip Debie
Views: 2053
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.