Wilrijkenaar Daan van der Elst wordt Belgisch allround-kampioen schaatsen

TILBURG – 105 landen zijn lid van het IOC. Daarbij is er één waarvan een Olympisch kampioen zijn sport niet kan uitoefenen in zijn eigen land: Bart Swings, goed voor goud in het schaatsen. Ondanks de jaarlijkse belofte van Ben Weyts (N-VA), de vorige Vlaamse minister van sport, dat er een schaatsbaan in Vlaanderen zou komen, staan we nog nergens. Ter vergelijking: Nederland heeft zes overdekte ijsbanen, negen semi-overdekte banen, drie openluchtkunstijsbanen en 21 natuurijsbanen.

Dit weekend vond het Belgisch kampioenschap plaats en uiteraard moest men daarvoor de grens over: naar Tilburg. Het BK begon na een doordeweekse meeting, zowel op zaterdag als zondag om 18 uur, omdat het ijs niet eerder vrij was. De datum had men niet te kiezen. Vandaar dat de uitgesproken favoriet, Bart Swings, ontbrak. Hij vertoeft al in Calgary. Waren er wel: de landgenoten die een Belgische enclave vormen in Heerenveen. Daaronder Daan van der Elst (22), geboren in Antwerpen, opgegroeid in Mortsel waar hij school liep in de Lieven Gevaertschool en na een nieuwe verhuis richting Deurne in Wilrijk belandde waar hij logeert in het ouderlijk huis wanneer hij zich in ons land bevindt. Van der Elst pakte overtuigend de titel. 

Van der Elst: ‘Ik ben in hartje Antwerpen geboren maar mijn ouders woonden in Mortsel. Op een bepaald moment keek ik naar schaatsen op tv en zag ik Sven Kramer. Ik was toen vier jaar. Dat gaf me de nodige inspiratie. Ik ben dan in Breda terecht gekomen en daar ben ik met de sport begonnen. Tot drie jaar geleden woonde ik nog in Wilrijk, in de buurt van het Nachtegalenpark. Tot mijn negentiende ben ik thuis blijven wonen omdat ik naar school ging bij Pius X op het Kiel. Vervolgens heb ik humane wetenschappen gevolgd in de Quellinstraat in Antwerpen. Toen ik daar klaar was heb ik beslist om naar Friesland te gaan om me nog meer te kunnen focussen op het schaatsen en voor die sport te gaan leven.’     

‘Ik heb wel even gekeken of een universitaire loopbaan te combineren zou zijn met mijn schaatscarrière maar dat was nogal lastig. Ik heb mijn middelbare school afgerond ten tijde van de lockdown en koos ervoor om mijn verdere studies uit te stellen omdat de combinatie sport-studies onmogelijk bleek. Je moet je op die twee dingen kunnen concentreren. Alles is  heel goed geregeld in Heerenveen. Omdat er hier geen faciliteiten zijn moeten wij ons als Belgen daar wel centraliseren. We zitten er met een klein clubje van zeven Belgische schaatsers. De meesten komen uit de buurt van Leuven, sommigen uit West-Vlaanderen ook. De enige Antwerpenaar ben ik.’

‘Ik heb mijn (Friese) partner, Anna Boersma, ginds leren kennen. Het is ook een sprintster  waar ik nu 2,5 jaar mee samen ben. Zij is trouwens een heel groot talent. Zij rijdt voornamelijk op nationale tornooien in Nederland. Daar heeft ze al een top zes-plek behaald. Hopelijk kan zij binnenkort doorbreken. Dat zou mooi zijn. Ik heb aanvankelijk onder een Nederlandse vlag geschaatst omdat mijn vader de Nederlandse nationaliteit heeft. Ik werd in Breda opgenomen in de selectie. Op die manier ben ik er ingerold. Omdat ik hier geboren ben en zelf een Belgisch paspoort heb, wilde ik toch wel heel graag voor België schaatsen omdat dat dichterbij voelde. Daarom heb ik de overstap gemaakt. Sindsdien schaats ik steeds onder de Belgische vlag.’

‘Een Nederlandse topper heeft in principe meer faciliteiten dan een Belgische maar omdat ik al op vrij jonge leeftijd voor mijn land heb gekozen, maakte ik toch sowieso geen aanspraak om bij de Nederlandse top te horen. De concurrentie ginds is groter maar om je te plaatsen voor de Olympische Spelen bijvoorbeeld moet je nog steeds limiettijden rijden en wereldbekerpunten behalen. Voor ieder land is het ongeveer even moeilijk om op de Spelen te geraken. Mijn keuze heeft daar dan ook niets mee te maken.’

‘ALS IK DE LIMIETTIJDEN SCHAATS DAN GA IK ZEKER NAAR DE SPELEN IN MILAAN’

‘Nederland ligt nog steeds heel veel voor op andere landen, ook qua professionaliteit buiten de sport. Heel veel landen kunnen leren van de manier waarop zij hun plannen maken of hoe zij hun jaar indelen. Het is wel mooi voor het schaatsen dat het opnieuw wat internationaler wordt en dat er wat meer andere nationaliteiten zijn die ook medailles pakken. Swings heeft al een paar maal deelgenomen aan het Belgisch kampioenschap maar de datum valt wat ongelukkig. Ik begrijp zijn keuze om het BK niet te rijden. Misschien zou er wel een betere regeling kunnen getroffen worden qua timing.’

‘Maar goed, wanneer je de titel pakt ben je wel de beste van diegenen die er wel waren, al is het wel jammer voor het tornooi. Het BK blijft mooi om te winnen ook al is Bart er niet. Als bij de Ronde van Vlaanderen Mathieu van der Poel niet mee doet of Wout Van Aert en iemand anders wint, heb je ook gewoon een andere winnaar. Bijna elk weekend wordt er geschaatst. De Belgische federatie is afhankelijk van andere factoren en kan niet zomaar een BK plannen in een weekend wanneer er andere wedstrijden zijn.’

‘Alles wordt moeilijker gemaakt omdat wij ons nationaal kampioenschap niet kunnen houden in België. Ons BK wordt gereden tijdens een andere wedstrijd. Dat is lastig. Het is de derde keer dat ik meedoe. De vorige malen heb ik ook gewonnen. Deze nieuwe titel maakt het verhaal alleen maar mooier. Ik ben een allrounder. Dat gaat over vier afstanden en er wordt terug gerekend naar de 500 meter. Het verschil bepaalt wie de winnaar is.’

‘Mijn beste afstand is voorlopig de vijf kilometer omdat ik daar het meest op gefocust ben en veel tijd in heb gestoken. In de toekomst zou ik graag ook op de 1 500 meter harder willen gaan rijden met de bedoeling om dit te blijven combineren. Het voorbije seizoen heb ik daar wat te weinig tijd in kunnen steken. We trainen altijd van maandag tot zaterdag. Zondag is een rustdag, tenzij er een competitie is. Dan moet ik die op een andere dag plannen. Ik train twee keer per dag en combineer bijvoorbeeld fietsen en schaatsen of hardlopen en krachttraining. Daar steek ik dus redelijk veel tijd in.’

‘Ik heb dit jaar neo-wereldbekers gereden. Dat zijn wedstrijden voor schaatsers onder de 23. Dat doe ik al drie jaar. Ik wacht nog op mijn debuut in de senioren Wereldbeker. Ik zou nog niet weten wanneer dat zal gebeuren. Tijdens het begin van het seizoen heb ik mijn kwalificatietijd behaald maar ik heb de kans nog niet gehad om te rijden. Ik wil niet zeggen dat de Spelen van Milaan, die volgend jaar worden georganiseerd, te vroeg komen, maar mijn focus ligt op mezelf verbeteren en zien waar mijn kwaliteiten liggen. Ik ben nog niet heel oud. In principe zal ik nog een paar jaar mee kunnen en ook naar de daaropvolgende Spelen in Frankrijk kunnen kijken. Maar als het BOIC me selecteert ga ik sowieso maar dat hangt af van mijn prestaties volgend jaar.’

‘EEN IJSBAAN IN BELGIË ZOU VOOR ONS NIET VEEL MEER UITMAKEN MAAR IS BELANGRIJK VOOR DE TOEKOMST’

Vorig jaar waren wij als Belgen tamelijk gecentraliseerd. We zaten met zijn allen in de ploeg. Aan het eind van het jaar is dat een beetje uit elkaar gevallen. Een aantal jongens zijn hun eigen weg gegaan. Ik train nu bij de ploeg van Ian Steen, dat is de Friese selectie. Ik train enkel maar met Nederlandse toptalenten. Voor de ploegenachtervolging komen wij samen en trainen wij wel met zijn vieren of vijven.’

‘Mathias Vosté en Bart Swings zitten in een commerciële ploeg met Nederlandse jongens. Ik zit in een team met voornamelijk sprinters. Daar zal ik niet echt een bedreiging vormen voor hen. We hebben een hele mooie weg gevonden om samen te werken. Het niveau in België zou kunnen stijgen indien er meer samengewerkt zou worden. In de ploegenachtervolging  trainen wij samen met Bart. Dan is het heel mooi om daar dingen van te leren. Hij deelt met alle plezier zijn ervaring met ons.’

‘We hebben wel contact met de Belgische bond maar het is heel moeilijk. Zij zitten in België en wij verblijven in Heerenveen. We hebben onze eigen ploeg en onze eigen schema’s. Het is dan ook moeilijk om samen te komen en samen plannen te maken. Een ijsbaan in België zou voor ons, op dit moment, niet veel veranderen omdat we toch al zolang in Nederland zitten. Wij hebben daar alles geregeld. Voor de toekomst van het schaatsen en om nieuwe talenten te kunnen aantrekken zou het wel heel mooi zijn indien er in ieder geval één baan komt in België. Er zijn ook geen strenge winters meer waardoor je ook niet meer buiten kan schaatsen.’

‘Ik heb de stap gezet om van Wilrijk uit te wijken naar Heerenveen maar dat was niet altijd even makkelijk. Het is best wel moeilijk om als buitenlander daar te gaan zitten en ginds alles te regelen met betrekking tot financiën en sponsoring. Dat zijn allemaal dingen waar je rekening moet mee houden. Het is heel moeilijk om alles rond te krijgen. Daarom werk ik ook in een sportschool in Nederland. Daar geef ik mensen voedingsadvies en trainingen.’

‘Ik heb wel een aantal goede sponsoren in België zitten. Dat is heel fijn maar het is natuurlijk logisch dat dit niet voordehand ligt omdat schaatsen in dit land een nog relatief kleine sport is. Wanneer ik me blijf focussen op dingen die nog kunnen verbeteren zijn er nog mooie zaken haalbaar. Ik heb nog niet alles eruit gehaald wat erin zit. We zien dus wel wat de toekomst brengt.’

Daan Van der Elst werd vanavond Belgisch allroundkampioen. Hij won de 1 000 en 1 500 meter en was tweede op de 500 en 5 000 meter.

Edwin MARIËN

Foto’s EM & Sportmotion.nl

 

 

Views: 1058