Claudia Van Hove (Merksem) kreeg 7 jaar geleden een ruilhart. Nu doet ze aan softball en atletiek.
MERKSEM – Claudia Van Hove uit Merksem onderging zeven jaar geleden een harttransplantatie. Die hield haar niet tegen om nieuwe uitdagingen aan te gaan. Vorig jaar nam ze deel aan de eerste editie van de Belgian Transplantoux Games. Transplantoux is een organisatie die getransplanteerden, familie en vrienden samenbrengt. Ze behaalde drie gouden medailles in de disciplines speerwerpen, kogelstoten en balwerpen en verder speelt ze softball.
Claudia Van Hove woonde tot haar twintigste in Brasschaat en verhuisde nadien naar Merksem. Van Hove: ‘Mijn grootmoeder heeft altijd in Merksem gewoond en ik was daar als kind al heel veel. Ik was niet erg sportief al fietste ik wel naar het werk bijvoorbeeld.’
‘Ik ben pas op mijn 32ste echt beginnen sporten. Ik sloot me toen aan bij de Royal Greys. Dat doe ik nu nog maar het wordt wel moeilijker.’
‘Wanneer ik naar het werk fietste kreeg ik ritmestoornissen. Ik ben heel vaak naar de dokter geweest. Ik had schrik want mijn vader is op zijn 39ste overleden aan een hartstilstand. Die wordt veroorzaakt door gevaarlijke ritmestoornissen. Wanneer ik de brug opfietste had ik dat ook. Mijn hart versnelde en ik was er niet gerust in. Het heeft echter heel lang geduurd vooraleer ze mij serieus namen.’
‘Ik ben naar een cardioloog gestapt. Toen dachten ze nog dat als de overslagen verdwenen tijdens de fietsproef, je safe was. Nu weet men dat dit niet klopt. Later ben ik toevallig in contact gekomen met de bekende cardioloog Pedro Brugada van het ziekenhuis in Aalst. Ik heb een podcast met hem opgenomen. Hij vertelde dat er heel veel verschillende hartproblemen zijn. De symptomen zijn bij mannen helemaal anders dan bij vrouwen.’
‘Mannen voelen pijn in de linkerarm, wij krijgen etalagebenen. Dat uit zich doordat je vaak moet stoppen tijdens het wandelen omwille van de pijn. De dokters hier zegden dat ik me die zaken inbeeldde. Ik had een trauma opgedaan door het overlijden van mijn vader. Ik was twaalf toen hij stierf. Hij fietste naar het werk en is niet meer thuis gekomen. Ik heb daar verschrikkelijk vanaf gezien tot en met nu.’
‘De dokters zegden dat dat de oorzaak was van al mijn problemen en ik mocht van hen niet meer aan mijn pols voelen. Ik deed dat wel en voelde constant de overslagen. Volgens hen was dat niet erg omdat iedereen dat weleens heeft. Mijn huidige huisarts heeft me echter onmiddellijk naar de cardioloog gestuurd. Ik wil geen slecht spreken over mijn eerste huisarts want de kennis over hartproblemen was nog zo ver niet.’
‘Mijn nieuwe huisdokter verwees me door naar Middelheim. Dat was in 2014 en vijf jaar nadat de stoornissen waren begonnen. Ik las in het verslag van de cardioloog dat ik moest opgevolgd worden en dat – indien de klachten zouden blijven – ik medicatie zou moeten nemen. Ik heb heel veel geluk gehad dat ik het overleefd heb want ik heb bijvoorbeeld in Slovenië in de bergen gezeten toen mijn benen vuurrood werden en ik buiten adem was.’
‘IK VROEG ME AF OF IK NOG ZOU WAKKER WORDEN EN OF DAT HART OP GANG ZOU BLIJVEN’
‘Op het moment dat ik bij de cardioloog van Middelheim belandde had ik al een vergevorderd hartfalen. Ze hebben me nog proberen gerust te stellen. Ze hadden nog medicatie. Ze konden me behandelen met shocks,… Maar stilaan werd duidelijk dat niet één van die behandelingen nog werkte. Het was allemaal te laat. Het woord transplantatie is redelijk vlug gevallen.’
‘De transplantatie heeft plaatsgevonden in Gasthuisberg in Leuven. Daar hebben ze een specialist cardiomyopathie. Ik wist zelfs niet dat zo iemand bestond. Professor Van Cleemput is zijn naam. Hij maakte me duidelijk dat ik binnen een halfjaar een donor moest hebben. Eerst moest ik testen ondergaan om uit te maken of ik op de wachtlijst mocht want wanneer je nog te goed bent kan dat niet maar ook niet wanneer je te slecht bent.’
‘Ik had een ICD, dat is een inwendige defibrillator, een ingeplante machine die mijn ritmestoornissen wegschokte. Ze hadden me gezegd dat ik eerst zou flauwvallen telkens de stoornissen zich voordeden omdat de hersenen op dat moment geen zuurstof meer krijgen en vervolgens zou ik de schok krijgen.’
‘Omdat ik toch al flauw gevallen zou zijn, zou ik die schok niet voelen. Ik had de ‘pech’ dat ik niet flauw viel. Ik heb zes schokken gehad. Dat had zo’n impact op mijn lichaam dat ik daar een trauma aan heb overgehouden. Ik heb er doodangsten van gekregen, met verschrikkelijke nachtmerries. Het ging fysiek niet meer maar ook mentaal was ik helemaal op.’
‘Negen maanden na mijn eerste onderhoud met de professor kwam hij aan mijn bed om te zeggen dat er een goed hart was. Ik lag toen al wel twee maanden in het ziekenhuis. Om 20 uur stond hij daar en om 4 uur ’s nachts ben ik getransplanteerd. Zolang heeft mijn donor nog aan de machines gelegen.’
‘Op dat moment weet je niet wat je moet denken. Die mens is er. De familie is afscheid aan het nemen. De dokters zijn met alles in de weer. Ikzelf moest onder narcose voor een zware operatie. Ik vroeg me af of ik nog zou wakker worden en of dat hart wel opnieuw zou werken. Kortom, dat zijn rare en heel ingrijpende momenten.’
‘De operatie heeft zes uur geduurd. De ICD werd op mijn lichaam genomen maar het nieuwe hart kwam niet snel genoeg op gang. Op dat moment heeft men opnieuw een pacemaker gestoken. Die moet nu niet al teveel werken. Ik heb hem bijna niet nodig.’
‘Nog terwijl ik op intensieve lag kwam de kinesist er al aan te pas. Die liet mij zelfs recht staan maar ik weet daar niks meer van. Ik verkeerde in een angstige roes en zat onder de medicatie. Wanneer je angstig onder narcose gaat kom je er dubbel zo angstig uit. Ze hebben me een aantal dagen in coma gehouden omdat ik zo angstig was. Beetje bij beetje heeft men mij wakker laten worden. Na een paar dagen mocht ik intensieve verlaten maar ik bleef heel bang en was aan het hallucineren.’
DIT JAAR VINDEN DE WORLD TRANSPLANT GAMES PLAATS IN DRESDEN
‘Ik heb gelukkig veel steun gekregen van mijn vrienden en van mijn dochter. Ik was al blij dat zij er waren. Ik moest drie keer per week naar de kinesist gaan en na een jaar ben ik beginnen werken. Dat sloeg tegen. Ik werkte vroeger voor de vakbond en nu vijftien uur per week als digihelper bij de stad. Met een invaliditeitsuitkering kom je er niet. Plus: ik wou absoluut blijven werken. Je kan me vinden in het sociaal centrum van Merksem en in dat van Borgerhout. Ik help mensen die klant zijn bij het OCMW.’
‘Al tijdens het hartfalen ging ik drie keer per week naar het revalidatiecentrum in Middelheim. Ze hebben er een groot hartcentrum. Daar hebben ze mij behandeld voor ik naar Leuven ging.’
‘Ik ben terug beginnen softballen. Ik deed dat heel graag ook al was het op recreatieve basis. Probleem is dat je dan korte spurtjes moet maken en dat ging niet meer. Maar ik probeer het vol te houden. Ik moet gewoon de bal wegslaan en vervolgens tot aan de eerste base geraken. Iemand anders mag dan verder lopen in mijn plaats. Op die manier kan ik toch nog meedoen. Momenteel zijn de trainingen bezig en in april beginnen de tornooien.’
‘Op de Belgian Transplantoux Games in Leuven heb ik deelgenomen aan het speerwerpen, balwerpen en kogelstoten. De wedstrijden worden per leeftijdscategorie gehouden en per geslacht. Het enige wat we gemeen hebben is dat we transplantaties hebben ondergaan. Men gaat proberen om deze Spelen jaarlijks of toch zeker om de twee jaar te organiseren.’
‘Dat is niet de enige activiteit die we samen doen. Er bestaat een kalender met wandelingen of zwembeurten. Er is ook een kickkoff met alle provincies samen. Dan doen we met zijn allen sportoefeningen. Nieuwelingen kunnen kennis maken met de sporten door initiaties.’
’Dit jaar staat er een wereldkampioenschap op het programma in Dresden. Ik twijfel nog of ik zal meedoen. Mijn hartspierziekte is ook een ziekte op mijn ledematen. Ik voel stramheid en wanneer ik één dag ga sporten ben ik behoorlijk moe. Ik ga volgende maand op onderzoek en als ze me daar groen licht geven dan doe ik mee.’
‘De kans dat ik er bij ben schat ik hoger in dat dat ik zal moeten afhaken. Ik heb er heel veel zin in. In 2027 zijn die wereldkampioenschappen in Leuven. De vraag is of ik het dan nog wel zal kunnen doen. Vandaar dat ik hoop om er in Dresden bij te zijn. Voel ik me te moe, dan ga ik rusten. Dat is allemaal geen probleem.’
Claudia werd gehuldigd tijdens de sportviering van het district Merksem. In totaal werden 92 sporters en tien topsportclubs op het podium geroepen. Brice Lizon van tafeltennisclub Koninklijke Sevos TTC mocht de G-sporttrofee 2024 in ontvangst nemen. Rob Maesseele engageert zich om in 2025 als sportambassadeur sport in Merksem te promoten. Hij maakt al sinds de start deel uit van het dagelijks bestuur van Windrose Antwerp Giants en is er verantwoordelijk voor de jeugd- en breedtewerking.
Meer info over Transplantoux via https://www.transplantoux.be/
Edwin MARIËN
Foto’s Marc DEMARTIN
Een fotoboek over de huldiging vind je via https://www.sidk.be/2025/februari2025/sportlaureaten2024_merksem/
Views: 315
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.