A1A3EdwinVolleybal

Bart Mertens (WOVo Malle): ‘Mijn ambitie is om de jeugd te leren volleyballen’

MALLE – Op de jaarlijkse kampioenenviering van de gemeente Malle, in samenwerking met de sportraad, ging WOVo Malle met de hoofdprijs aan de haal. Maar liefst vijf kampioenstitels en winst in de beker van Turnhout leverden de volleybalclub de titel ‘Kampioen der kampioenen 2024’ op. Wat is het geheim van de club? We gingen het vragen aan voorzitter Bart Mertens.

‘De vrouwen B lukten de dubbel. Ze werden kampioen en haalden ook de beker van Turnhout binnen. Zij speelden vorig seizoen in eerste gewestelijke, nu in promo 3. De mannen spelen promo 2. Mannen is een moeilijk verhaal aan het worden in volleybal. We hebben nog één mannenploeg en één recreatieve mannenploeg.’

‘We hopen om opnieuw een U13-ploeg op te starten. Daarvoor heb je wel wat jongens nodig. We horen dat het probleem zich overal stelt. Je zou denken dat de jongeren zich eerder op voetbal richten maar die mogelijkheid hadden ze vroeger ook. Er is echter een groter aanbod aan sport- en vrijetijdsmogelijkheden in het algemeen. Daar stelt zich het probleem.’

‘We hebben al geprobeerd om nieuwe leden te rekruteren via de scholen. Dat gebeurde met wisselend succes. Ideaal zou zijn wanneer de vriendinnetjes of vriendjes van de spelers het eens zouden komen proberen. Wanneer het dan klikt, kunnen ze meteen aan de slag. Volleybal is een technische sport. Daar moet je als nieuwkomer doorheen. Belangrijk is ook dat je het graag doet.’  Daar zetten we als club onze schouders onder : spelplezier gekoppeld aan volleybaltechniek. En deze formule werkte.’

‘Ik geef training. Vorig jaar was dat aan de U13 meisjes, nu aan de U15. Ik merk ook dat het technische aspect voor sommigen een moeilijke stap is. Zelf ben ik als speler begonnen op mijn dertien jaar, in vierde gewestelijke. Dat was in Westmalle, bij het toenmalige WEVOK. Mijn vrienden zaten er dus ik ben altijd daar gebleven. Ik ben afkomstig van Oostmalle. Oostmalle had toen nog een eigen club (VOC Malle). Veertien jaar geleden zijn de twee clubs samen gegaan.’

‘Ik had geen aanleg voor voetbal. Volleybal lag me wel. Ik ben dat blijven doen. Voordien had ik al wel wat geprobeerd. Ik heb getafeltennist, ik deed BMX,… Ik ben twee jaar gestopt met volleyballen toen ik de zaak van mijn vader, een bakkerij, had overgenomen.  Die heb ik nu nog. Maar de microbe kriebelde te hard en nadien ben ik terug begonnen. Toen ik achttien jaar was, speelde ik in de eerste ploeg, in tweede provinciale. Vervolgens ben ik stilaan uitgebold zodat ik uiteindelijk bij de recreatieven belandde. Ik speel nog altijd. De eerste trainingen ben ik twaalf jaar geleden beginnen geven. Ik deed dan twee tegen twee en vier tegen vier, vervolgens een jaar niet en dan weer wel, omdat het soms wat teveel werd om het te combineren met de zaak. Nu ben ik al wel enkele jaren continu training aan het geven.’

‘GERRY AERTS EN IK HADDEN HET GEVOEL DAT HET TIJD WAS OM TE DOEN’

‘Gerry Aerts en ik hebben een sportieve groep opgericht waarbij we het sportieve luik van het volleybal terug wilden opwaarderen. We hebben toen tien mensen opgebeld waarvan we dachten dat we met hen wel iets konden bereiken. Dat is ook zo gebleken. Zij hebben direct ‘ja’ gezegd. We zijn nu drie jaar verder en we werken in verschillende groepen zoals met een activiteitenteam, een team voor communicatie en een team voor het opleiden van onze eigen trainers, zodat we binnen de club op eenzelfde manier training geven.’

‘Alles loopt heel goed. We hebben een goede mix man-vrouw, jong-oud,… De vorige bestuursleden zagen het anders. Ik ben bij het bestuur gekomen om de brug te slaan tussen het bestuur en het sportieve luik, dat we opgericht hadden.’

‘Mijn ambitie is om de jeugd te leren volleyballen. Bij ons is spelvreugde nog heel belangrijk. We zijn niet de club die Nationaal zal spelen maar we proberen wel een familieclub te zijn. We proberen uiteraard te winnen. Wanneer we kunnen zullen we ook ploegen inschrijven in een provinciale reeks, waar het niveau hoger is dan in een gewestreeks. Dat werpt nu al zijn vruchten af. Dat merken we : bij onze vijf kampioenploegen waren er dan ook twee jeugdploegen.’

‘Met onze shirt- en spandoeksponsors werken we met driejaarlijkse contracten. Vorig jaar hebben we die contracten vernieuwd. Resultaat is dat we toch wat sponsors hebben bijgekregen. We nodigen sponsors uit op verschillende activiteiten zodat ze zien wat er in onze club leeft. De sponsors die we hebben zijn heel dikwijls clubgerelateerd. We hebben trouwens mooie nieuwe truitjes en zijn weer voor drie jaar vertrokken.’

‘Vorige zaterdag hebben we onze galamatch gehad voor de vrouwenploeg. Vorig jaar waren de mannen aan de beurt. Toen hadden de vrouwen de galamatch georganiseerd voor hun mannelijke collega’s. Ik had toen tussen pot en pint gezegd dat het een goed idee zou zijn om het dit jaar andersom te doen. Dat is dus gebeurd. Het ging om een gewone competitiewedstrijd tegen Heist. De namen van de speelsters werden afgeroepen, er waren cheerleaders, er waren ballenmeisjes, kortom, er was animo op en rond het veld en, niet te vergeten: een goed feestje achteraf. Zo proberen we elke maand iets te doen: een spaghettiavond, een pannenkoekenbak,… om de euro’s in de lade te krijgen. In januari hadden we ons grootouderfeest. Leuk om zien hoe die oudere mensen eens naar hun kleinkinderen kwamen kijken. We hebben trouwens ook een mascotte in het leven geroepen: een hond met een T-shirt van WOVo. Het lijkt stom maar toch geeft het een meerwaarde voor de club, vooral naar de jeugd toe.’

We hebben een 250-tal leden. Voor corona hadden we er meer maar nu merken we opnieuw een lichte stijging. Door corona zijn er twee mannenploegen gestopt.’

‘Van één ervan maakte ik zelf deel uit al moet ik wel zeggen dat de meesten mannen op leeftijd waren. Het andere team had te weinig spelers.’

Een paar mensen volleyballen nog steeds maar zijn vertrokken naar een andere club. Het is heel jammer dat je mensen ziet vertrekken omdat er geen ploeg meer is.’

‘Wij hebben geen eigen infrastructuur. Alle sporthallen die we gebruiken zijn van de gemeente of van de scholen.’

‘We zitten hier met vijf scholen. In twee daarvan volleyballen we, net als in de gemeentelijke sporthal in Westmalle. Over die samenwerking mogen we niet klagen.’

Edwin MARIËN

Foto’s WOVo

Views: 501

This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies.  Learn more