A1A3EdwinWielrennen

Zware problemen voor Van Gils. Jonas Geens uit Nijlen tevreden over zijn profdebuut

HOEI – Wie de hoogtepunten van de Waalse Pijl wil zien hoeft zich niet te haasten. Het pleit wordt toch altijd beslecht bij de laatste beklimming van de Muur van Hoei die leidt naar de laatste rechte lijn. Voor het overige is er telkens weer zo goed als niks te zien. Dit jaar was het niet anders. Of toch. Pogacar viel zelfs aan net voor het begin van de klim en hield uiteindelijk nog tien seconden voorsprong over op Kévin Vauquelin. Even verder volgde Tom Pidcock.  Voor Pogacar was het de tweede keer dat hij won op de Waalse Muur.

De start van de Waalse Pijl wordt telkens weer in een andere Waalse provincie genomen. Dit keer was het de beurt aan de provincie Namen en aan het stadje Ciney, 17 000 zielen rijk. Het was van 1970 geleden dat het wielerpeloton er zijn tenten opsloeg. Toen was het de startplaats van een rit in de Ronde van Frankrijk. Ciney is trouwens kandidaat om de Tour opnieuw te verwelkomen, de eerstvolgende keer dat die ons land aandoet.

De vroege vlucht bestond dit keer uit vijf renners. Zoals steeds werd het slechts een voetnoot in het uiteindelijke wedstrijdverhaal. Met nog 100 van de 205 kilometer voor de boeg vielen de renners als vliegen. Het verwachte regenweer was komen opzetten.

Een groep van 30 begon uiteindelijk aan de laatste klim van de Muur van Hoei. Het was uitkijken naar Pogacar, Evenepoel en Nys maar onze landgenoten moesten de rol lossen en de Sloveense wereldkampioen toonde dat zijn sprintnederlaag in de Amstel Gold Race slechts een toevallige gebeurtenis was.

Eerste Antwerpenaar aan de finish was Maxim Van Gils, die 43ste werd op 1’35”, tweede Jonas Geens van Team Flanders – Baloise als 48ste op 1’55’’. Geens is tevreden over zijn eerste maanden als prof.

Van Gils reed met een van pijn verwrongen gelaat over de eindstreep. ‘Het ging niet goed. Ik had veel pijn in mijn benen vandaag. Ik heb nooit zoveel pijn gehad. Het gaat slecht momenteel.’

‘Ik heb het koud gehad maar daar lag het probleem niet. Elke keer dat ik rechtstond had ik last van mijn staartbeentje. Ik ben dan iets anders beginnen trappen. Gisteren was het niet de bedoeling om te starten.’

‘Ik heb uiteindelijk de koers uitgereden. Ik was vorig jaar derde en dit keer was ik één na laatste (een wel wat overdreven uitspraak, EM). Dat is niet leuk. Momenteel weet ik het even niet. Tegenover gisteren voelde ik me vandaag veel beter maar er moet nog wel wat meer gebeuren tegen zondag.’

JONAS GEENS: ‘IK HEB VEEL KOERSEN GEHAD WAARVAN IK DACHT ‘IK DOE TOCH GOED MEE’

Geens is al 26. In de Ster van Bessèges nam hij een valse start met een sleutelbeenbreuk als gevolg. Hij bleef meer dan een maand langs de kant. Jelle werd ‘ontdekt’  bij Tarteletto – Isorex. Vorig jaar won hij de vierdaagse rittenkoers Essor Breton.

Tot zijn achttiende deed hij aan atletiek. Zijn specialiteit was de 800 meter maar door blessurelast moest hij afhaken. Vervolgens gaf hij voorrang aan zijn studies.

In 2020 behaalde hij aan de KU Leuven cum laude een bachelordiploma Business/Managerial Economics, waarna een Master Business Economics volgde. Vervolgens trok hij naar de Universiteit Antwerpen om ook nog een postgraduaat Degree, Energy & Climate, te behalen.

Pas drie jaar geleden ontdekte hij het wielrennen, bij Mossel Heist Cycling Team met één overwinning (in De Klinge) als gevolg. In 2023 combineerde hij het wielrennen met een deeltijdse administratieve job bij een octrooibureau.

Die combinatie was verre van ideaal. In eigen land vond hij geen onderdak dus trok hij naar Frankrijk. Een juiste beslissing want op die manier ontdekte hij dat hij goed uit de slag kon in het middengebergte. Zijn Franse werkgever stopte echter als sponsor dus keerde Geens terug naar ons land.

Geens (hiernaast op een archieffoto): ‘Het was berekoud. Waarschijnlijk was het wel boven de tien graden maar het voelde veel kouder aan. Ik ben blijven rijden met mijn jasje aan. De ploegleider vroeg me of ik dat niet zou uitdoen maar ik wilde het aanhouden. Op sommige momenten is het echt koud geweest.’

‘Ik heb redelijk goed gereden. Ik ben iets te zwaar voor dit werk. Ik denk dat ik een kilo of tien meer weeg dan de meeste renners hier. Daarom ben ik best tevreden, temeer omdat het echt wel een zware koers was.’

‘Veel mensen hadden me op voorhand gezegd dat de koers alleen maar wordt gereden tijdens de laatste beklimming van de Muur van Hoei maar als je dan zelf deze wedstrijd moet rijden, dan besef je pas hoe zwaar het ook daarvoor wel is.’

‘Zeker doordat het slecht weer was, waren die laatste 70 kilometer – op die lokale ronden – echt wel lastig. De klim net voor de Muur is eigenlijk ook al een Muur. Het is zeker niet zo dat dit een wedstrijd is waar je met 150 frisse renners naar de meet trekt.’

‘Ik ben tevreden over mijn seizoen tot hier toe. Mijn eerste maanden als prof vallen best mee. Ik had een beetje schrik toen ik de overstap maakte dat ik het niveau niet zou aankunnen en dat ik een anonieme rol zou vertolken in het peloton.’

‘Ik heb echt al veel koersen gehad waarvan ik dacht ‘ik rij hier behoorlijk goed tussen’. Niet dat ik onmiddellijk in aanmerking kom om een ‘grote uitslag’ te behalen maar zowel in de Brabantse Pijl als vandaag voelde ik dat ik niet werd weggereden. Dat is wel plezant.’

‘De Brabantse Pijl is overigens de wedstrijd die me echt goed ligt qua parcours (daarin eindigde hij als 31ste). Nu volgt de Ronde van Turkije. Dat is een 1.1-rittenwedstrijd. In vergelijking met vandaag ligt het niveau wat lager dus ik ga proberen om er een beetje dichter te eindigen.’

Edwin MARIËN

Foto’s EM & Billy Ceusters

 

Views: 397

This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies.  Learn more