Wout Van Aert (Herentals), Ruben Gommers (Wuustwezel) en Elke Vanhoof (Dessel) zeker van Spelen

BRUSSEL – Vandaag vond het derde selectiemoment voor de Olympische Spelen plaats in de gebouwen van het BOIC in Brussel. De meeste aandacht ging naar de wielerselecties. Geen Antwerpenaars bij de mountainbikers maar de twee BMX-ers komen wel uit onze provincie: Ruben Gommers uit Wuustwezel en Elke Vanhoof uit Dessel.

Wielerbondscoach Sven Vanthourenhout gaf ook de namen vrij van de vier renners die de Belgische kleuren mogen verdedigen in de wegrit. Zes weken geleden werden de betrokkenen al op de hoogte gebracht en vorige week lekte uit dat het om Wout Van Aert uit Herentals, Tiesj Benoot, Remco Evenepoel en Jasper Stuyven ging. België heeft ook recht op twee startplaatsen in de tijdrit. Die tickets gingen naar Evenepoel en Van Aert. Ook al geen verrassing, zeker niet omdat de twee starters in de tijdrace verplicht moeten deelnemen aan de wegrit. Van Aert behaalde in Tokyo een zilveren medaille en eindigde als zesde in de tijdrit.

Vanthourenhout: ‘Na het voorjaar had ik mijn vier renners al aangeduid. Uiteraard moeten we met een aantal dingen rekening houden. Ze starten allemaal in de Tour en er kan nog altijd iets gebeuren. Daarom moeten een aantal renners klaar staan voor het geval dat er nog iemand zou uitvallen. Er zijn dus interne reserves maar er is geen volgorde in. Wie er uitvalt, bepaalt wie er inkomt. Die vier zijn Arnaud De Lie, Jasper Philipsen, Tim Wellens en Yves Lampaert. Indien nodig kunnen we één van hen nog inzetten tot drie-vier dagen voor de wegrit. Iedereen die mij een beetje kent weet dat ik van bij het begin van de winter al met deze selectie aan de slag ben gegaan. Ik heb er uiteraard met Wout en Remco over gepraat en dat gaat heel breed. Uiteraard hadden wij het over namen maar het is niet dat zij de beslissende sleutel in handen hebben wanneer het over het invullen van die namen gaat. Wij hebben altijd een zeer open gesprek daarover. Ik  heb trouwens ook met De Lie, Philipsen en heel veel anderen gesproken.’

Vanthourenhout had net zo goed voor vier kopmannen kunnen kiezen, bijvoorbeeld Van Aert, Evenepoel, Philipsen en De Lie. Vanthourenhout: ‘In dat geval zou ik gewoon de rugnummers  op tafel kunnen  leggen en zeggen ‘koers maar’. Dat zijn vier mannen die wedstrijden winnen. Ik ben van mening dat – als je die mannen meeneemt – ze ook gaan om te winnen. Maar in dat geval is de kans klein dat aan het eind van de rit effectief een Belg het goud behaalt. Je ziet dat ook in andere landen gebeuren. Nederland stelt Olav Kooij niet op. Daar gaan ze ook voor ervaring en ondersteuning. Je kan moeilijk met vier kopmannen in een team van vier naar de Spelen gaan. Stuyven en Benoot hebben al zoveel ervaring dat zij zelf heel goed weten wat ze kunnen en wat ze niet kunnen. Ik kan met hen echt open  communiceren. Zij weten wat ze van mij verwachten. Ik weet wat ik van hen kan verwachten. Zij beseffen dat Remco en Wout de kopmannen zijn maar Jasper en Tiesj zijn ook jongens waar je mee kan koersen. We gaan niet naar daar om de wedstrijd te controleren. Benoot en Stuyven hebben een verleden. Zij hebben ook al grote wedstrijden gewonnen. Je kan wel degelijk koersen met die mannen. Maar daarnaast heb je wel altijd Van Aert en Evenepoel die in dit type koers altijd diep in de finale geraken.’

 ‘WE HEBBEN EEN SUPERGOEDE PLOEG MAAR MATHIEU VAN DER POEL IS DE TOPFAVORIET’

Greg Van Avermaet vroeg zich gisteren hardop af waarom Tim Declercq niet mee mocht. ‘Hij kan alles toerijden’, zei de voormalige Olympische kampioen. Vanthourenhout: ‘Dat heb ik bewust niet gedaan want dan laat je zien dat je de koers wil controleren en dat willen we net niet. We hebben een supergoed team maar ik vind niet dat we topfavorieten zijn. Voor mij is dat Mathieu van der Poel. Je moet een kat een kat noemen. Het is een parcours dat toch een klein beetje aanleunt tegen dat van Glasgow vorig jaar. Mathieu heeft heel weinig koersen gereden. Hij treedt straks aan in de Tour waarin hij ongetwijfeld gaat proberen om weer een rit te winnen en waar hij mee ondersteuning zal bieden aan Jasper Philipsen. Als hij gezond blijft zal hij supergoed uit de Tour komen en zodoende de te kloppen man gaan zijn in Parijs. Tegen alle renners had ik tijdens de winterperiode gezegd dat ik kort na het voorjaar de knopen zou doorhakken maar dat is niet gebeurd door de val van Evenepoel en Van Aert. Ik heb wat tijd gekocht om te zien hoe goed zij zouden herstellen en tot wat zij in staat waren. Dat heeft ervoor gezorgd dat de renners iets later op de hoogte werden gebracht van de selectie dan gewoonlijk.’

Benoot en Stuyven zijn vrienden van Van Aert, niet meteen van Evenepoel. Vanthourenhout: ‘Voor mij is het belangrijkste wat de renners zelf denken en niet wat iemand anders denkt. Ik weet dat Remco heel goed weet dat hij kan rekenen op en het vertrouwen heeft van Benoot en Stuyven. Jasper en Tiesj zijn inderdaad goede kameraden van Wout Van Aert maar het zijn ook jongens die iets willen tonen. Remco weet ondertussen wat hij heeft aan die twee. Wij hebben uiteraard de ambitie om voor een medaille te gaan. Wij willen heel graag in de tijdrit een medaille nemen en hetzelfde in de wegrit. Als je met deze renners naar de Spelen trekt  dan moet je je ambitie durven uitspreken. Dit zijn nu eenmaal renners die al bewezen hebben – en die nog heel vaak gaan bewijzen – dat ze in zo’n type koersen meedoen voor de overwinning.’

De wedstrijd wordt gereden op zaterdag 3 augustus. Ze is 273 kilometer lang en telt 2 800 hoogtemeters. De finale bestaat uit driemaal een circuit in de wijk Montmartre, met daarin telkens een kasseiklim van één kilometer aan 6,5 procent. De streep ligt 9,5 kilometer verderop in de schaduw van de Eiffeltoren. Vanthourenhout: ‘Eerst rijdt men een grote lus rond Parijs. Dat wordt al best lastig. Het doet me denken aan het parcours van de Waalse Pijl, rond Namen. Daar kom je ook telkens boven na een klimmetje en heb je open vlaktes. Veel recupereren zal men niet kunnen. Het peloton zal klein zijn. De wind zal een rol spelen, wat je ook vaak in de Waalse Pijl hebt. Het lokale circuit is best technisch. Je hebt Montmartre en nog een kasseiklim. De laatste kilometers gaan heel snel. Vanaf Montmartre gaat het naar beneden richting de Seine en dan zijn ze heel vlug aan de finish. Ik ga ervanuit dat op Montmartre het verschil zal gemaakt worden. Je zal met een open vizier moeten durven koersen. 90 vertrekkers is niet veel. De beteren zullen vlug alleen overblijven.’

Ook de BMX-selectie lag voor de hand. Bondscoach Chris Jacobs: ‘Onze selectieprocedure is ongeveer 2,5 jaar geleden begonnen. In de ranking zijn we uitgekomen op een tiende plek, zowel bij de mannen als bij de vrouwen. Bij de vrouwen hebben we Elke Vanhoof en bij de mannen Ruben Gommers. De reserven zijn Wannes Magdelijns uit Oevel en Aiko Gommers.’

Ruben Gommers debuteert op de Spelen, Elke Vanhoof heeft al een pak meer ervaring. Ze werd elfde in Tokyo en zesde in Rio. Het jaar daarvoor, toen BMX nog geen Olympische sport was, eindigde ze als zevende op de Europese Spelen in Bakoe. Op Europese kampioenschappen haalde ze éénmaal goud, twee keer zilver en éénmaal brons.

De andere atleten die vandaag bij de selectie werden gevoegd zijn Victor Schelstraete (boksen, -92 kilogram), Thomas Detry en Adrien Dumont de Chassaert (golf), Martin Allegro en Cedric Nuytinck (tafeltennis) en Pierre de Froidmont, Emile Detilleux en Jens Schuermans (mountainbike).

Zo telt Team Belgium momenteel 48 geselecteerde atleten (achttien vrouwen en 30 mannen) in veertien sporten: artistieke gymnastiek, atletiek, badminton, boksen, gewichtheffen, golf, kanosprint, roeien, schermen, tafeltennis, taekwondo, triatlon, wielrennen en zeilen. Er zal begin juli nog een laatste selectiemoment plaatsvinden. 

Voorlopig mogen zeven Antwerpse atleten naar de Spelen. Naast Van Aert, Vanhoof en Gommers zijn dat turner Noah Kuavita uit Deurne, triatleet Maarten Van Riel uit Loenhout en de zeilers Eline Verstraelen uit Kapellen en William De Smet uit Brecht.

Edwin MARIËN

Views: 285