A1A3EdwinHockey

Thibeau Stockbroekx (Schilde): ‘Antwerp is de club die in mijn hart zit’

ANTWERPEN – Vrijdag vertrekken de Belgische hockeyjongens en –meisjes naar de Spelen in Parijs. Acht dagen later begint hun Olympische competitie. Misschien is er nu zaterdag wel een klein feestje geprogrammeerd want Thibeau Stockbroekx uit Schilde wordt 24 jaar. Hij debuteerde bij de Red Lions in 2020 en was er vorig jaar bij toen ze zilver behaalden op het WK.

Stockbroekx: ‘We zijn er klaar voor. Iedereen heeft zin om te vertrekken. We hebben hard getraind en nog een aantal goede wedstrijden gespeeld. Aan de 2-2 tegen Zuid-Afrika afgelopen vrijdag in Kortrijk hoef je niet veel waarde te hechten. We hebben daar dingen uitgeprobeerd. Iedereen is een beetje voorzichtig. We hebben onlangs twee geblesseerde spelers gehad. Dat willen we vermijden. Iedereen heeft een beetje met de handrem op gespeeld maar we hebben daar zeker stappen in de goede richting gezet. Winst of een gelijkspel was niet onze grootste bezorgdheid. We hebben kunnen leren dat we altijd op ons scherpst moeten spelen, tegen welk land dan ook. We mogen niemand onderschatten. In zo’n wedstrijden zie je dat, wanneer je de andere ploeg een klein beetje energie geeft of je ze laat spelen, ze zeker gevaarlijk kunnen zijn. Dat is het grootste punt dat we meenemen. Op de Spelen moeten we elke wedstrijd scherp staan.’

‘Het is logisch dat mensen van ons verwachten dat we goud gaan halen. Twee Spelen geleden pakten we immers zilver, de vorige keer goud. Dat merken we zelf ook wel. We gaan dat proberen waar te maken. Alleen speel je wel tegen de beste landen van de wereld op het grootste tornooi ter wereld. Een medaille pakken is moeilijk maar we gaan er alles aan doen om het hoogst mogelijke te bereiken. Voor mij worden het de eerste Spelen. Ik kan dus moeilijk inschatten hoe de groep drie jaar geleden tegen de opdracht aankeek. Maar we hebben nu  zoveel meer ervaring en we hebben versterking gekregen van een aantal jonge spelers. Zij kunnen iets nieuws brengen. De anciens weten hoe het gaat. Zij hebben twee Spelen lang samen gespeeld. Ze kunnen ons helpen.’

‘Er zijn een aantal spelers die gaan stoppen. Zij staan voor de laatste keer op een groot tornooi. Dat is zeer speciaal voor hen. Zij zullen hun carrière mooi willen afsluiten. Dit is een mooie kans om dat te doen. Alleen weten we dat we veel tegenstand gaan hebben en dat alles perfect zal moeten lopen om hetzelfde resultaat neer te zetten als in Tokyo. De poulewedstrijden zijn ideaal om in het tornooi te groeien. Daar mogen nog foutjes gemaakt worden. Het zijn wedstrijden om erin te komen waar we nog kleine stappen voorwaarts kunnen zetten en te groeien en om klaar te zijn voor de kwartfinale. We gaan het tornooi match per match aanpakken. Uiteraard zouden we ontgoocheld zijn indien we die zouden  verliezen. Eigenlijk is dat de belangrijkste wedstrijd van heel het tornooi. Daar moeten we op ons best zijn om door te gaan.’

‘TEGEN NEDERLAND ZAL DE VORM VAN DE DAG DOORSLAGGEVEND ZIJN’

‘Dankzij onze successen is hockey in België gegroeid. Het is supermooi om te zien dat er zoveel mensen af zijn gekomen naar Kortrijk om onze uitwuifwedstrijd te zien. Ik denk ook dat we die support gaan hebben in Parijs. Het is leuk om te zien dat onze sport aan het groeien is. Deel uitmaken van dit team is heel mooi. Ik speel in Nederland, bij Oranje-rood, op het hoogste niveau. Ik ken dus veel Nederlandse spelers en zij kennen ons. Maar als we in Parijs tegen elkaar uitkomen is het ieder voor zich, strijd je voor je eigen land. Natuurlijk worden er onderling grapjes over gemaakt maar iedereen weet wel dat hij niet teveel mopjes moet tappen. Iedereen gaat er verstandig mee om. Mijn ploegmaats proberen weleens te polsen hoe de voorbereiding verloopt maar ze weten wel dat ze ons niet moet uitlachen want dat zou weleens in hun nadeel kunnen spelen.’

‘Nederland is altijd onze grote vijand geweest. De laatste jaren zijn zij heel hard gegroeid als jonge ploeg die bekend staat om zijn vechtersmentaliteit. Wanneer we ze tegenkomen in het tornooi hebben we elk 50 procent kans. Op die moment zal de vorm van de dag doorslaggevend zijn. Het zal een heel close match zijn maar daar doen we het voor. Het is leuk dat er zo’n belangrijke wedstrijden zijn. Wanneer je het hockey in onze beide landen vergelijkt dan vind ik wel dat de Nederlandse clubs nog een stapje voorstaan op ons. Hockey is altijd heel populair geweest bij hen. Dat zorgt ervoor dat clubs veel meer leden hebben. In onze club hebben ze er bijna 2 000. Ook de gemeenten komen er meer over de brug met geld. Daarom kunnen ze uitbreiden en alle faciliteiten ter beschikking stellen. Dat is in België nog iets anders al merk ik wel dat er hier meer en meer clubs bijkomen en er steeds meer spelers zijn. Sommige clubs beginnen hun kantine te vernieuwen, tribunes te plaatsen. We zitten dus op dezelfde weg als Nederland maar zij staan momenteel nog net iets verder.’

‘Tot in 2019 heb ik bij Antwerp gespeeld. De meisjes hebben het er daar altijd goed gedaan, de jongens vaak iets minder. Ik heb er altijd heel graag gespeeld. Ik heb er een prima opleiding gehad. Natuurlijk hebben zij veel concurrentie van Dragons, een club die iets groter is en iets meer faciliteiten heeft. Veel jonge spelers kiezen er voor om daar te spelen. Zo verliest Antwerp wat talent. Financiële problemen hebben hen ook niet geholpen. Het is een club die in mijn hart zit. Ik heb nog maar voor twee clubs gespeeld. Antwerp is ermee bezig om stap voor stap naar een hoger niveau te klimmen en ik hoop er mijn laatste jaren als hockeyspeler door te brengen.’

Edwin MARIËN

Foto’s Eric ‘t Kindt

 

Views: 54

This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies.  Learn more