Sportvrouw van Geel Yanah Haenen: ‘Doorbreken in België en dromen van de Spelen’
GEEL – Voor de derde en laatste maal was de Agora van Thomas More de locatie waar vrijdagavond de verkiezing plaatsvond van de Geelse sportlaureaten. De campus wordt helemaal gerenoveerd dus volgend jaar moet men op zoek naar een nieuwe plek. Nu mochten 40 juryleden – waaronder uw dienaar – de laureaten kiezen. Bij de vrouwen won Yanah Haenen, die een goede ambassadrice voor de stad zou zijn: geboren en getogen in Geel, ze woont er nog steeds en is aangesloten bij de plaatselijke atletiekclub.
Haenen: ‘Dit is al mijn veertiende jaar dat ik aan atletiek doe. Ik ben begonnen op mijn vijf jaar. Atletiek zat niet meteen in de familiegenen. Mijn mama gaf wel training en op die manier is eerst mijn zus, en ben nadien ik, begonnen. Mijn ouders hebben vroeger echter nooit aan atletiek gedaan. Bij ons regeerde voetbal. Ik ben gestart als meerkamper. Dat gebeurt wel meer. In atletiek begin je heel algemeen.’
‘Ik ben in Geel gestart en ben er altijd gebleven. Toen ik vijftien was kon ik dan kiezen wat ik wilde doen: lange afstand, sprint of toch nog die meerkamp. Ik heb voor dat laatste gekozen. Ik had na een paar jaar door dat meerkamp niet echt iets voor mij was. Ik dacht dat ik goed genoeg was in alles en meerkamp wel zou aankunnen maar uiteindelijk heb ik me toegelegd op de werpnummers. Ik train dus nu volop voor het kogelstoten, het discuswerpen en het speerwerpen.’
‘Jammer dat ik tijdens het indoorseizoen enkel aan kogelstoten kan doen. Het is een beetje moeilijk om binnen aan discus en speer te werken. Daar focus ik me tijdens de zomer dus iets meer op. Trainen doe ik ook nu buiten. We hebben in Geel geen indoorpiste. Dat mis ik wel. De dichtstbijzijnde zaal ligt in Heusden-Zolder. Daar moet je al even voor in de wagen zitten. Op dagen dat het droog is train ik dus noodgedwongen buiten.’
‘In 2023 heb ik het provinciaal kampioenschap gewonnen in het speerwerpen en vorig jaar was ik vierde op het Belgisch kampioenschap. Ik ga deze zomer proberen om op provinciaal en nationaal niveau in de top te staan. Ik train nu zes dagen per week. Die ene dag rust is wel degelijk belangrijk. Drie dagen leg ik me toe op techniek en verder doe ik aan krachttrainingen in de fitness. Elke dag train ik ongeveer anderhalf uur.’
‘Ik studeer sport- en cultuurmanagement in Turnhout. Hier in Geel hebben ze geen sportafdeling. Dat zijn geen sporturen op school maar het gaat over het management erachter zoals sportevents organiseren. Ik vind het een heel interessante richting. Nu zit ik in mijn tweede jaar. Na mijn examens heb ik dus de helft van mijn studies afgewerkt. Nog anderhalf jaar te gaan.’
‘Ik droomde al als kind van de Olympische Spelen. Ik ben nu naar de senioren gegaan. Je bent senior van je negentiende tot je 35ste. Heel wat jaren dus. Bij de jeugd stijg je maar om de twee jaar een categorie. Ik wil als senior laten zien wat ik kan door hopelijk podiums te halen om op die manier opgemerkt te worden en zo misschien betere trainingsgelegenheden te krijgen om dan door te groeien en hopelijk ooit aan die Spelen te mogen deelnemen. Waarschijnlijk zal ik dan wel naar een andere club moeten uitkijken maar ik wil duidelijk onderstrepen dat mijn fantastische trainer Giel Sannen mij enorm veel heeft bijgebracht met zijn trainingsschema’s op maat.’
‘VOOR MIJN NUMMERS HEB JE ECHT WEL EXTRA VOORZIENINGEN NODIG’
‘Er zijn niet heel veel bekende werpsters in België. De Belgische kampioene kogelstoten is Jolien Boumkwo en zij was niet actief op de Spelen. Het is heel moeilijk om als werper zover te geraken en zeker als vrouw. Er zijn er niet veel die de top bereiken. Ik zal al heel blij zijn wanneer ik de Belgische top haal. Dat is al een heel belangrijke stap die ik moet nemen. Het probleem is dat je voor mijn nummers echt wel extra voorzieningen nodig hebt. Op sprint trainen is al iets makkelijker. Dat kan je ook blijven doen in de winter. De lange-afstandslopers kunnen terecht in Gent maar voor de werpnummers zijn er veel minder faciliteiten. Waarschijnlijk heeft het mindere niveau van de Belgische atleten in die disciplines daar wel wat mee te maken.’
‘Ik heb ooit op zaterdagen bij de Vlaamse Atletiekliga getraind voor speerwerpen. Toen zag ik wel verbeteringen maar uiteindelijk kon ik dat niet meer combineren met andere hobby’s. Mijn focus lag toen nog niet volop op atletiek. Daarom ben ik eruit gevallen en uiteindelijk mocht ik er niet meer in omdat er beteren waren. Ik heb dat jaar wel bewezen dat ik het kon door provinciaal kampioen te worden. Ik besefte toen wel dat ik ooit zou kunnen terugkomen. Vandaar dat de focus nu volledig op atletiek legt. Ik hoop dat dit effect zal hebben en dat ik op die manier zal kunnen doorgroeien.’
‘Zoals elk kindje ben ik indertijd gestart voor de fun. Ik had echt zin in meerkamp. Die groep heeft me speciaal voor mij gecreëerd. Nu zijn we met een vijftiental atleten in die discipline. Er is dus een serieuze groei geweest de voorbije jaren. Daar ben ik heel blij om. Ik probeer daar mijn steentje toe bij te dragen door zelf twee keer in de week training te geven aan leerlingen van het tweede middelbaar. Bij hen wordt meer op techniek gefocust dan bij de kleintjes. Omdat ik die techniek zelf heb probeer ik het hen aan te leren.’
Andere trofeeën gingen naar Tobe Leysen, doelman van OHL Leuven (sportman van het jaar), Vlaams kampioen squash Wies Peeters (belofte van het jaar) en NRG Volleybalclub Geel (sportclub van het jaar).
Edwin MARIËN
Foto’s EM & Yanah Haenen
Views: 964
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.