A1A3EdwinSchaken

Schaakkring Deurne-Zuid hoopt ook de jeugd opnieuw voor haar sport te kunnen winnen

WOMMELGEM – Onlangs werd een schaakhoek aangebracht in het Rivierenhof. De symbolische openingszet gebeurde door gedeputeerde Mireille Colson (N-VA), waarna Alain Talon van Schaakkring Deurne-Zuid een partijtje speelde tegen voormalig Belgisch kampioene Wiebke Barbier. Toen de journalisten al lang vertrokken waren was het Talon die de partij won. Een gelegenheid om eens op bezoek te gaan bij Luc Van der Steen, ondervoorzitter en secretaris van de club – Turnhoutenaar maar al vijftien jaar geleden uitgeweken naar Wommelgem – met de vraag ‘wie schaakt er in deze eeuw nog?’

‘Ik maak deel uit van de seniorenschaakclub. We zijn ongeveer met 50 leden. Ooit waren dat er 120. Vroeger hadden we een zeer actieve jeugdopleiding maar het wordt almaar moeilijker om jonge mensen aan te trekken. Mijn doel is nu om de club in leven te houden. Voorlopig krijgen we nog steun van de stad Antwerpen maar dan mogen we niet onder de 50 leden zakken.’

‘Ik ben nog maar pas publiciteit aan het maken en sindsdien hebben we al twee leden bij. Ik ben hier eigenlijk ingerold. Ik ben een gepensioneerde scheikundige en heb gedurende tien jaar enkel en alleen in de club gespeeld op woensdagnamiddag omdat ik dat heel plezierig vond. We hebben Robert Schuermans in onze rangen. Hij loopt ondertussen tegen de 70 aan. Robert is nog altijd voorzitter van onze zusterclub.’

‘Robert was bij uitstek dé ambassadeur van het Antwerpse én Belgische schaken. Hij promootte het schaakspel op radio en televisie, gaf de jeugd schaaklessen, deed lezingen en gaf simultaan voorstellingen maar hij is vooral en in de eerste plaats een topspeler met een uitgebreid palmares. Hij werd Belgisch kampioen in 1987 in Oostende wat hem ook een ticket opleverde voor de olympiade in 1988 in Thessaloniki in Griekenland. Robert is bijzonder trots op zijn winstpartij tegen grootmeester Savchenko in Le Touquet in 2006.’

‘Onze zusterclub is Schaakkring Deurne. De meeste schaakclubs zijn aangesloten bij de schaakbond. Dan moet je uiteraard hun regels volgen. Dat wil zeggen dat je wedstrijden moet spelen die niet langer dan twee uur duren per persoon. Ofwel speel je een Rapid (waarbij beide spelers tussen de vijftien en 60 minuten bedenktijd hebben) of of een Blitz (dan heb je tien minuten per speler). Wij hebben een systeem opgebouwd waarbij we een knockoutsysteem hebben van anderhalf uur.’

‘Omdat we onze eigen regels hebben vallen we uit de boot van de schaakbond. Maar we spelen op dezelfde locatie als KSK Deurne. We hebben nooit één club gevormd maar we leunen dicht tegen elkaar aan en we helpen elkaar. We willen niet fusioneren. Ook zij willen dat niet. Toch komt een groot deel van hun leden bij ons spelen en omgekeerd. We hebben een gedeeld lidmaatschap gehad omdat we toen op een andere locatie zaten maar die zaak – ook in Deurne bij een schaakclub die gesponsord werd door Esso – is twee jaar geleden gestopt.’

‘Vroeger was schaken één van de sporten in het Sportverbond Antwerpens Handel. Die bestaan nu 105 jaar en hadden ook afdelingen als voetbal, zwemmen en atletiek. In 1944 kwam daar schaken bij. Nu hebben ze nog zeven sporten, waaronder schaken. Dat spelen ze op het Zuid. Ik ben daar ooit een jaar materiaalmeester geweest. Voor mij was dat echter te ver om met de fiets naartoe te rijden. En de auto laat ik liever op stal staan voor verplaatsingen binnen de stad.’

‘DE BESTE SPELER VAN BELGIË, DANIEL DARDHA, HEEFT BIJ ONS GESPEELD’

‘Bij ons is iedereen welkom. Ook kinderen. Die schuiven we door naar onze zusterclub. We spelen toch in hetzelfde lokaal. Wanneer zo’n drie jonge kerels tussen oudere mannen moeten spelen, dan lukt dat niet. Maar er zijn uitzonderingen. Daniel Dardha, nu negentien jaar, een Belgisch schaker van Albanese afkomst, heeft bij ons gespeeld, net als zijn grootvader.’

‘Hij werd in Roux op dertienjarige leeftijd schaakkampioen van België. Twee jaar later werd hij schaakgrootmeester. In mei 2024 dook hij de top 100 van de wereld binnen op de 86ste plaats. Op 23 februari bereikte hij de 52ste plaats, zijn hoogste notering tot nu toe. Dardha werd geboren in Antwerpen. Hij liep school in het Xaveriuscollege in Borgerhout en volgde er Wetenschappen-Wiskunde.’

‘Zijn familie kwam in 1997 vanuit Berat naar België. Zijn vader en grootvader zijn ook allebei sterke schakers. Dardha schaakte al op jonge leeftijd, en was eerder wereldkampioen snelschaken onder de veertien jaar en jeugdkampioen van Vlaanderen. Op een bepaald moment hebben we hem gevraagd om in reeks vier te beginnen. Hij speelde los kampioen en vervolgens deed hij dat over in reeksen drie, twee en één.’

‘Momenteel is ons clublokaal gevestigd bij de bowling Stones in de Autolei, pal op de grens Deurne-Wommelgem. De ene kant van het gebouw is Wommelgem, de andere Deurne.  Toen ik begon als hulpsecretaris moesten we vertrekken bij Esso, zoals ik al eerder zei. Gelukkig had ik voor een plan B gezorgd en was ik al eens komen praten met de eigenaar van de bowling. We waren er welkom. Op een paar weken  tijd zijn we moeten verhuizen.’

‘In heel Antwerpen zijn er momenteel minder dan tien clubs. Er zijn er bijvoorbeeld nog in Borgerhout en Merksem. De helft van die spelers komt ook naar ons. Vroeger had de stad heel veel te bieden op gebied van schaken. Dat is allemaal verdwenen. Een grote oorzaak is de komst van internet. Heel veel jongeren spelen via apps. tegen elkaar. Zij zitten niet meer in een zaal.’

‘Daarenboven is het niet makkelijk meer om een zaal te vinden. We hebben genoeg materiaal om 100 mensen te laten spelen maar je moet een locatie hebben. Elke woensdagnamiddag spelen we en dat gedurende heel het jaar. Je moet zelfs niet kunnen schaken. In dat geval zorgen wij voor een opleiding. We hebben cursusmateriaal.’

‘GOEDE SCHAKERS KUNNEN NIET TEGEN HUN VERLIES’

‘Wat ze nu hebben gedaan in het Rivierenhof werkt. Wanneer de bomen er nog wat gaan groeien, gaat dat een fantastische locatie zijn. Maar je kan er niet schaken in de regen. Het is echter mogelijk om driehoekszuilen met hoge palen aan te brengen. In Nederland hebben ze dat aan de kust, waar het altijd waait. Ik ga dat eens voorstellen. Maar zoals het er nu staat is het al een win-win-situatie voor de schakers en voor de uitbaters van de minigolf, waar mensen iets kunnen gaan halen om te drinken.’

‘Je kan er schaken met een klok. De tijd bepaal jezelf. Je kan die opstellen op vijf minuten, op tien minuten,… Na tien minuten kan je wisselen van spelers. Op die manier ben je uren bezig. Ik heb de verantwoordelijken van het Rivierenhof uitgelegd dat ze de zaken goed moesten aanpakken om succes te hebben, maar dat hebben ze ook gedaan.’

‘De drempel om bij ons lid te worden is heel laag. Ken jij nog een andere sportclub waar je maar 25 euro per jaar moet betalen? In heel Antwerpen heb je heel veel Russen, Oekraïners, Bulgaren, Hongaren,… die zeer goed kunnen schaken. Die hebben dat bij wijze van spreken geleerd in de school en die zijn allemaal beter dan wij. Het niveau van de doorsnee Belgische schaker ligt niet zo hoog.’

‘Het profiel van een schaker? Eigenlijk zijn wij allemaal Einzelgängers. Er zitten ook wel wat haantjes bij. Ik heb al wat brandjes moeten blussen. Maar ik ben geen killer. Als topschaker moet je dat wel zijn. Zo iemand knijpt je stilaan dood in zijn spel. Alain Talon bijvoorbeeld, de man die in het Rivierenhof aan het schaken was, kan niet tegen zijn verlies. Dat zegt hij zelf. Hij moet dat verwerken. En zo zijn er velen. Maar dat zijn ook de goede schakers.’

‘In het schaken zie je vaak dat er geïntimideerd wordt. Ik doe dat ook wel eens. Maar ik ben een gemiddelde schaker. Toen ik in het leger was, was ik bij de beteren want niet iedereen kon dat. Toen ik vervolgens in een echte club ging dacht ik ‘Maar ik kan niet schaken’.  En dat zeg ik nu nog wanneer ik de beste schakers bezig zie. Wanneer je onze top vergelijkt met de wereldtop moeten we besluiten: wij Belgen kunnen niet schaken.’

‘Schaken is weten. Je moet heel veel spelen. En alles blijven onthouden. Want dat is de gave natuurlijk. Het mooiste voorbeeld is de Hongaarse leraar Laszlo Pogar. Hij was ervan overtuigd dat je genialiteit kan trainen. Om dit te bewijzen besloot hij zijn drie dochters alles over schaken te leren. Zij groeiden op in de jaren ’70 en ’80 en kregen vanaf hun vierde thuisonderwijs en schaakles van hun vader.’

‘Op een bepaald moment was zijn kennis op. Hij is dan professionele schakers gaan inhuren om zijn dochters nog beter te maken. In de jaren ’80 en ’90 wonnen de dochters het ene tornooi na het andere. Judit was het best en werd al op negenjarige leeftijd beroepsschaker en op haar vijftiende de jongste grootmeester ter wereld. Het mooiste bewijs dat schaken weten is. Hoe meer je weet, hoe meer dat je kan bijleren maar je moet uiteraard een aantal regels toepassen. Je moet alles memoriseren. Weten: deze zet, die heeft zich voorgedaan in die partij dus moet ik zo handelen. Die kerels hebben een geweldig visueel geheugen.’

‘Je merkt onmiddellijk wanneer iemand talent heeft om schaker te worden. Ik heb zeven kleinkinderen. Ik heb ze allemaal leren schaken en van één wist ik: die kan het. Je moet ook niet leren schaken met alle stukken. In  het begin speel je enkel met de  pionnen en met de Koning en probeer je aan de overkant te geraken.’

‘Ikzelf ben beginnen schaken op mijn elfde dankzij een vriend. Nadien heb ik andere vrienden leren schaken. Toen we vijftien-zestien jaar waren gingen we uit maar aan het begin van de avond kwamen we samen in een café in Turnhout waar schaakborden stonden. En nu doe ik het nog steeds’

Meer info over Schaakkring Deurne-Zuid vind je op  https://www.schaakkringdeurne-zuid.net/

Edwin MARIËN

Foto’s EM, Marc Demartin & Luc Van der Steen

 

Views: 84

This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies.  Learn more