Podiumplaats voor Maxim Van Gils (Wuustwezel) na loodzware Waalse Pijl
HOEI – Maxim Van Gils heeft een prachtige derde plaats behaald na een loodzware Waalse Pijl. De renner uit Wuustwezel was daar best tevreden mee. We denken niet dat iemand van de wielerkenners de top drie van deze wedstrijd heeft voorspeld. De Brit Stephen Williams haalde het voor Kévin Vauquelin.
Wanneer er twee saaie wereldbekerkoersen op de kalender staan dan zijn het wel Milaan – Sanremo en de Waalse Pijl. De Primavera wordt bijna altijd beslecht op de Poggio en in Hoei blijft de groep gesloten tot aan de voet van de laatste beklimming van de Muur, die op sommige plekken een stijgingspercentage heeft van 23 procent. Dit jaar was het echter helemaal anders en daar waren de apocalyptische weersomstandigheden niet vreemd aan. Omdat het al dagenlang geregend had in Hoei waren de pers- en VIP-parking omgetoverd in één grote brok slijk. Net voor de renners aan de eerste – van dit keer vier – beklimmingen van de Muur begonnen kreeg ook het gehele peloton de volle laag en werd de Waalse Pijl een afvallingskoers.
Aan de startplaats in Charleroi scheen het zonnetje. Dat mocht ook wel want de thermometer gaf ocharme zes graden aan. De Waalse Pijl werd in het verleden al gereden in de meest diverse weersomstandigheden. Zes renners maakten deel uit van de vroege vlucht. Daaronder geen Antwerpenaren. De enige gouwgenoot die zich in de kijker fietste was Maxim Van Gils uit Wuustwezel. En hoe. Halfkoers moest de zon plaatsmaken voor een heel ander type weer. De temperatuur was dan wel ‘gestegen’ naar tien graden maar de renners kregen hagel- en sneeuwvlagen te verwerken.
Dat zorgde voor een heleboel slachtoffers en niet van de minste. Søren Kragh Andersen reed, met nog 50 kilometer voor de boeg, voorop. Vijf kilometer verder – tijdens de derde en voorlaatste beklimming van de Côte d’Ereffe, zette Van Gils de achtervolging in maar Andersen begon met anderhalve minuut voorsprong aan beklimming drie van de Muur. Op dat moment werd het peloton nog meer uitgedund maar Van Gils hield fraai stand. En het was haast niet te geloven maar even verder kwam het peloton – of wat er op dat moment van restte – opnieuw samen. Bij de laatste beklimming van de 1,3 kilometer kwamen in principe nog twintig renners in aanmerking voor de overwinning.
Op 300 meter van de meet gaf Williams alles wat hij in zich had. De enige renner die voor nog wat weerwerk kon zorgen was Vauquelin maar met de streep in zicht viel hij stil. Hij had nog net genoeg energie over om Van Gils van de tweede plek te houden. In de achtergrond speelden zich vreselijke taferelen af met renners die onderkoeld geraakten. De beelden van een totaal bevroren Matthias Skjelmose gaan ongetwijfeld de wereld rond. Op 45 minuten voor het einde moesten hij en Marc Hirschi afhaken. Skjelmose moest van de fiets geholpen worden en werd al bevend in een auto gedragen. Ook Pidcock en Teuns gaven, naast een hele reeks anderen, op. Zij wilden hun gezondheid niet in gevaar brengen met het oog op Luik-Bastenaken-Luik.
‘ZONDAG IS HET LUIK-BASTENAKEN-LUIK. EEN MONUMENT. IK HOU VAN MONUMENTEN’
Maxim Van Gils maakte zijn rol als kopman van Lotto Dstny meer dan waar. En dat was nodig. ‘Ik was tevreden, zeker na de Amstel. Daar konden we niet content over zijn. Tijdens de debriefing hebben we echter alles goed uitgepraat. Dit zijn belangrijke koersen voor de ploeg. Iedereen is echt gemotiveerd gebleven en we wilden er vandaag volledig voor gaan. Het voorseizoen was niet echt perfect maar ik denk dat deze podiumplaats veel goed maakt, al zou ik ook graag eens winnen. Ik vind het jammer dat het niet gebeurd is want de verzorgers hadden beloofd dat ze in dat geval hun haar zouden afscheren. Ik ben niet naar hier gekomen om het seizoen van mijn team te redden. Ik ben gewoon één van de kopmannen in onze ploeg. Dat was vandaag mijn taak en ik heb ze zo goed als het kon volbracht. Ik ben wel krachtiger geworden. Vorig jaar reed ik de Tour uit. Dat heeft me goed gedaan. Ik ben dan wel even ziek geweest maar heb toch een goede voorbereiding op het nieuwe seizoen gehad tijdens de winter. Alles verliep perfect al durf ik dat woord niet echt uit te spreken. Laat ons zeggen dat het ‘vrij goed’ ging. Ik ben naar hier gekomen en voelde dat ik de goede vorm te pakken had. Dat is trouwens het hele seizoen al zo.’
Williams ging er al behoorlijk vlug vandoor tijdens de laatste beklimming van de Muur. ‘Ik zat in een goede positie. Ik nam de buitenkant dus dat was perfect. Toen lag ik in tweede positie achter Cosnefroy. Ik kon niet meteen om hem heen. Ik hoopte dat iemand zou demarreren maar niet te snel zodat ik mee zou kunnen in diens wiel. Maar het tempo werd niet opgevoerd. Uiteindelijk viel er op links een gat en Stephen kon er mooi gebruik van maken. Hij was goed geplaatst en had de goede benen. Dat had ik heel de wedstrijd lang al wel gezien. Mijn benen deden heel veel pijn en ik had het echt koud.’
‘Volgende zondag wacht Luik-Bastenaken-Luik. Dat is een monument en ik hou van monumenten. Ik kijk er dan ook naar uit. Nadien rij ik nog in Frankfurt. Dat is ook een Wereldbekerwedstrijd waar ik voor het beste resultaat wil gaan. Vervolgens neem ik een rustperiode om dan met het team op hoogtestage te gaan met het oog op de Ronde van Zwitserland en nadien de Tour.’
‘Ik hou er niet van om in de regen te rijden. Maar anderzijds moet ik vaststellen dat ik best goede resultaten behaalde in slechte weersomstandigheden. Misschien moet het toch maar beginnen regenen. Maar anderzijds zou het weleens van het goede teveel kunnen zijn na datgene wat we vandaag allemaal over ons hebben gekregen. Het was echt wel koud op de fiets. Op training heb ik dat ook al wel gehad maar dan ben ik rapper thuis dan vandaag. In Luik kom ik uiteraard een zeker Pogacar en een Van der Poel tegen. Dat zijn twee indrukwekkende renners, die er een spectaculaire wedstrijd van zullen willen maken. Het zal dus een zware koers worden. Maar indien ik dezelfde benen heb als vandaag dan hoop ik ook daar iets te laten zien.’
Opmerkelijk: in de slotfase van de wedstrijd worstelde Van Gils even met zijn handschoenen. ‘De weg was niet meteen in een goede staat, daarom besloot ik in eerste instantie om mijn handschoenen aan te houden. Uiteindelijk wou ik zen dan toch overboord gooien tijdens de laatste beklimming van de Muur maar dat lukte niet meteen. Ik had er al één uit gekregen maar toen kwamen de achtervolgers supersnel opzetten zodat ik geen tijd had om ook de tweede nog uit te krijgen. Dat zorgde ervoor dat ik met één handschoen om de aankomstlijn bereikte.’
Zondag wacht dus de laatste topklassieker van het voorjaar. Misschien is het ook wel de wedstrijd met het mooiste deelnemersveld. Voorlopig voorspelt Monsieur Météo zes graden aan de start en negen aan de aankomst. Het zou bewolkt zijn met een kleine kans op regen.
Edwin MARIËN
Foto Gaetan FLAMME – ASO
Views: 249