A1A3EdwinWielrennen

Mathieu van der Poel toch nog derde na ongenaakbare Pogacar, verdienstelijke Van Gils

LUIK – Van 80 procent van de koersen tijdens het klassieke voorjaar kon je de winnaar vooraf voorspellen. Tijdens de eerste helft van het seizoen was dat Mathieu van der Poel, maar tijdens de jaarlijkse afsluiter, van Luik naar Luik met een ommetje langs Bastenaken, was dat  Tadej Pogacar. En meer zelfs: je kon er gif op innemen dat hij zou toeslaan op La Redoute, met nog 34 kilometer te rijden, en ook dat gebeurde.

Haast met de vingers in de neusgaten ging Pogacar ervandoor om met een voorsprong van 1’39” te finishen op de Quai des Ardennes voor Romain Bardet, die onderweg al een sterke indruk had gelaten. Mathieu van der Poel, 100 kilometer voor het einde achteruit geslagen na een massale valpartij net voor hem, werd uiteindelijk nog derde op 2’02” en een alweer verdienstelijke Maxim Van Gils eindigde als vierde.

Het weer voorspelde weinig goeds toen de renners om 10 uur werden losgelaten. In Luik was het amper vier graden en in de Ardennen was het op dat ogenblik aan het sneeuwen bij een temperatuur die flirtte met het vriespunt. De renners keken niet meteen ‘happy’ wetende dat ze, na de helletocht van afgelopen woensdag, alweer in barre weersomstandigheden aan hun opdracht moesten beginnen, die dit keer geen 198 maar 255 kilometer lang was.

Negen renners – zonder Antwerpenaren – kozen ervoor om toch maar aan het traditionele vroege avontuur te beginnen. Van het peloton mochten ze vier minuten voorop rijden. De ploegmaats van Pogacar hielden de chronometer strak in de gaten. En dan deden er zich twee valpartijen voor waarbij Mathieu van der Poel onrechtstreeks betrokken was. Eerst een hele kleine en nadien een hele grote, waardoor de wereldkampioen een hele tijd werd opgehouden.

Dat was meteen het signaal voor UAE Emirates en Israel-Premier Tech om naar zesde versnelling over te schakelen. In de achtervolgende groep, met Van der Poel en Pidcock, werd ‘man overboord’ geroepen en dankzij wat hulp van een aantal volgwagens kwamen ze opnieuw bij het eerste deel van het peloton. Maar dat had heel wat krachten gekost. Op de Côte de Wanne – met nog 85 kilometer te rijden –waren ook de vroege vluchters eraan voor de moeite.

Van der Poel had zijn lesje geleerd en kwam nu meer vooraan rijden. Misschien zorgde dat er wel voor dat de kanonnen even zwegen. Het was wachten op de Redoute. En daar sloeg Pogacar, bijna vanaf de voet, – uiteraard – toe. Bij de achtervolgers zagen we een ijverige Maxim Van Gils, die zijn derde plaats van woensdag wou bevestigen. Van der Poel moest de rol lossen en volgde op vijftien seconden van de achtervolgende groep.

Op de Côte de la Roche-aux-Faucons, dertien kilometer voor het einde, ging Bardet op zoek naar de tweede plaats. Van Gils reed in de achtervolgende groep maar iedereen keek naar iedereen, waardoor Van der Poel kon aansluiten. Pogacar was ondertussen al zegezeker. Voor de tweede maal in zijn carrière won hij La Doyenne, zijn zesde overwinning in een Monument en zijn zevende zege van het seizoen.

‘HET IS NIET OMDAT JE NIET DE BESTE KLIMMER BENT DAT JE HIER NIET KAN WINNEN’

Van der Poel: ‘Ik ben blij met deze derde plaats. Ik weet niet goed hoe ik nog op het podium ben geraakt. Ik heb het gevoel dat ik de hele dag achtervolgd heb. Tot op vijf kilometer voor het einde dacht ik niet dat dit me zou lukken. Dit was het hoogst mogelijke wat ik vandaag kon bereiken. Na die val die voor mijn neus gebeurde moest ik een grote inspanning leveren om terug te komen. Ik was net bezig om mijn beenverwarmers en mijn handschoenen uit te trekken maar toen gebeurde die val en was de weg geblokkeerd. Ik dacht niet dat ik de kop van het peloton nog zou terug zien dus ik was blij dat dit toch lukte. Mijn benen voelden op dat moment al wat vermoeid aan. Maar zelfs met de benen van Roubaix of de Ronde had er niet meer ingezeten.’

‘Voor de wedstrijd was er veel te doen over de vraag of iemand met mijn gewicht deze koers wel zou aankunnen. Dat was vooral een onderwerp dat de media bezighield. Ik ben realistisch genoeg en ik weet dat, wanneer Pogacar een goede dag heeft, ik hem niet kan volgen. En dat zelfs niet met mijn beste benen. Dat is niet meer dan normaal. Maar dat wil niet zeggen dat ik de handdoek moet gooien. Hij kan ook een slechte dag hebben. Althans, dat hoop ik toch. Vandaag was hij weer heel indrukwekkend. Mijn klassiek seizoen was al meer dan succesvol en daarom ben ik zo blij dat ik nog op het podium sta.’

‘In mijn ogen is het mogelijk om gedurende zes weken te pieken. Na de Ronde en Roubaix had ik een decompressie. Je mag niet vergeten dat ik al aan het trainen en het pieken ben van tijdens het veldritseizoen. Dat zorgt ervoor dat ik al zo’n lange periode aan het rijden ben. Daarom ook komt Luik misschien wat te laat voor mij. Maar dat staat los van het feit dat we hier een supertalent tegen komen.’

‘Ik voel me hier niet beschaamd voor. Iedereen heeft zijn races waarin hij het wat beter doet. En ik deed wat ik moest doen. Er zijn ook nog andere renners die hier kunnen winnen. Vergeet niet dat Remco hier niet was. Vandaag waren er betere klimmers bij dan ik maar uiteindelijk kon ik toch nog sprinten voor de derde plek. Het is niet omdat je niet de beste klimmer bent dat je deze koers niet kan winnen maar het zal altijd een moeilijke opdracht voor mij blijven.’

‘Je zou kunnen zeggen dat ik in de toekomst een aantal wedstrijden zou moeten schrappen en wat kilo’s moet verliezen zodat ik hier met meer kansen aan de start kan verschijnen. Maar anderzijds wil ik blijven focussen op de dingen die ik het best kan, de Ronde en Roubaix, en de opdrachten net daarvoor. Dat allemaal gaan veranderen om – misschien – één keer Luik te kunnen winnen zal zeker de volgende jaren niet gebeuren.’

‘Ik heb nog niet bepaald hoe de rest van het seizoen er zal uitzien. Met de ploeg waren we overeen gekomen dat we hier niet gingen over praten voor deze wedstrijd. Volgende week gaan we zien hoe we het zomerseizoen gaan aanvatten. Ik heb er echt nog geen idee van welke wedstrijden ik ga rijden, anders zou ik het jullie vertellen. Het zal misschien nog wat discussie opleveren met de ploeg. Ik hou bijvoorbeeld nog steeds van mountainbiken. Maar je hebt ook nog de Olympische Spelen waar ik winstkansen heb in de wegrit. Ik wil zeker niet wedden op twee paarden. We zien wel waar we uitkomen. Het was best al een zwaar jaar. Niet dat ik veel wedstrijden heb gereden, maar in de koersen waar ik aan de start verscheen,  werd er wel veel van me verwacht en dat zorgt toch altijd voor druk. De week nadien ga ik in ieder geval wat zon meepakken in Dubai.’

De resultaten van Van der Poel dit voorjaar even op een rijtje: tiende in Milaan-Sanremo, winnaar van de E3 Saxo Classic, tweede in Gent-Wevelgem, winnaar van de Ronde van Vlaanderen, winnaar van Parijs-Roubaix, 22ste in de Amstel Gold Race en derde in Luik-Bastenaken-Luik.

‘KOPMANNEN DRAAIEN NOOIT GOED ROND EN KOMEN NOOIT GOED OVEREEN’

Maxim Van Gils mag tevreden zijn over zijn voorjaar. Dat was hij ook, net als over zijn vierde plek van vandaag. ‘Hoeveelste ben ik eigenlijk? Vierde of vijfde?’, vroeg hij terwijl hij 300 meter na de finish neerzat. Het podium had erin gezeten. Ik denk dat ik zeker niet slechter was dan Bardet. Maar hij zette op de juiste moment aan. Niemand reed achter hem aan. Ik heb één wedstrijd gewonnen (een rit in de Ciclista del Sol, EM) en vervolgens behaalde ik een heleboel ereplaatsen in nog wat koersen. Ik mag daar wel trots op zijn. Vandaag was het bijzonder lastig. Er werd heel de dag rap gereden. Ik had geen topgevoel. Ik was voortdurend aan het afzien.’

‘Ik vond dat mijn benen wat soft aanvoelden. Maar ik denk dat dit gewoon met het weer te maken had. Currie viel waardoor we hem  kwijt waren. Vervolgens moest ik een beetje freestylen om opnieuw vooraan te geraken maar ik draaide goed La Redoute op. Ik had niet het topgevoel. Ik  wist dat ik Tadej niet zou kunnen volgen. Halverwege de beklimming had ik dan terecht een goed gevoel. Vanaf dan verloor ik niet superveel meer maar toen was de vogel al gaan vliegen. Achter hem volgde een grote groep waardoor het ‘ambetant’ koersen werd.’

‘Het is niet zo dat ik de Waalse Pijl nog in mijn benen voelde. We wisten dat Pogacar vertrokken was. De tactiek die je dan moet volgen is zo vlug mogelijk naar boven rijden en hopen dat je daar met een man of vijf-zes bent, die wat willen rond draaien. In dat geval zou het iets eenvoudiger koersen geweest zijn dan nu. Nu waren we met teveel renners. Iedereen zat naar elkaar te kijken. Er zaten weinig helpers bij en kopmannen – en zeker de klimmers – draaien nooit goed rond en komen nooit goed overeen. Er wordt gesprongen, gewacht, gekeken,  kortom, alles wordt er gedaan behalve gekoerst.’

‘Er was weinig verschil tussen mijn conditie van woensdag en die van nu. Dit is gewoon een heel andere koers. Vandaag was het een heel lastig parcours en hebben we heel de dag hard afgezien. Niet dat je constant alles moet geven, maar je moet wel redelijk hard doorrijden. Dat voel je wel echt in de benen. Ik had gehoopt dat we op La Redoute met twee zouden zitten. Dat zou het iets gemakkelijker gemaakt hebben. Ik kan je verzekeren dat het kou was vandaag. We hebben een paar keer sneeuw gehad. Gelukkig is het onweer uitgebleven.’

‘De ploeg is blij met mijn voorjaar en dat ben ik ook. Natuurlijk is Luik een supermooie koers. Daarom had ik hier graag op het podium gestaan. Maar vierde is vierde. De sprint werd van al ver op gang getrokken. Ik zat al vlug ingesloten. Een paar renners staken me voorbij maar ik ben blijven sprinten. De benen van iedereen deden zoveel pijn dat ik gelukkig nog een paar renners kon oprapen. Ik hoor dat men op Sporza kritiek had omdat ik op La Redoute bleef zitten maar je kan niet op alles springen. Dan zijn je benen ook kapot. Ik zat alleen van mijn ploeg en dan moet je een beetje gokken.’

Het voorjaar zit er helemaal op. Nu concentreert iedereen zich op het rondewerk. De Ronde van Turkije is al aan de gang en dinsdag gaat de Ronde van Romandië van start. De enige Wereldbekerwedstrijd die nog in ons land nog wordt gereden is de Renewi Tour, die eind augustus wordt afgewerkt.

Edwin MARIËN

Foto Gaëtan Flamme – ASO

 

Views: 107

This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies.  Learn more