Mark Faber, High Performance Manager Zwemfed: ‘Acht jaar is een perfecte termijn om iets op te bouwen’

ANTWERPEN – Mark Faber startte op 1 september als High Performance Manager bij de Vlaamse Zwemfederatie. De ervaren Nederlandse coach heeft de leiding over de topsportwerking van de federatie. Als High Performance Manager is hij verantwoordelijk voor het ontwikkelen en implementeren van plannen om de prestaties van de Vlaamse zwemmers en de topsportwerking van Zwemfed naar een hoger niveau te tillen.

Faber stuurt de topsportwerking aan om bijvoorbeeld de trainingsprogramma’s en -planning, de talentontwikkeling en -doorstroming, de transitie van junior naar senior en de gehele topsportcultuur te optimaliseren. Daarbij werkt hij nauw samen met Algemeen Directeur Pieterjan Vangerven en de stafleden van de topsportwerking in Antwerpen.

Mark Faber startte zijn professionele trainerscarrière in 1996 bij zwemvereniging DWK Barneveld en kwam door successen van de zwemmers die hij begeleidde al snel bij de Nederlandse zwembond KNZB in het vizier. Sinds 1997 was hij een vast lid van de begeleidingsstaf van de nationale zwemploeg bij verschillende Europese  en wereldkampioenschappen en ook bij de Olympische Spelen van Sydney in 2000.

Van 2008 tot 2016 was Faber als bondscoach verantwoordelijk voor het paralympisch zwemteam van de KNZB. In 2016 werd Mark Faber bondscoach van het High Performance Center in Amsterdam en vanaf 2021 was hij ook hoofdcoach van de Nederlandse zwemploeg. Die laatste functie gaf hij na het WK 2023 in Fukuoka terug, omdat hij zich op weg naar de Olympische Spelen van Parijs volledig wilde concentreren op de coaching van zijn zwemmers in Amsterdam. Met succes, want Tes Schouten en Caspar Corbeau wonnen in Parijs allebei een bronzen medaille op de 200 meter schoolslag.

Eerder dit jaar meldde De Volkskrant dat er van januari 2022 tot mei 2023 klachten over Faber waren binnengekomen bij het Centrum Veilige Sport Nederland, van minimaal vijf zwemmers. Het zou onder meer gaan om pestgedrag en intimidatie. Na een onderzoek ging hij vrijuit.

Faber: ‘In maart jongstleden is het rapport uitgekomen en is wat mij betreft het boek dichtgegaan. Alle beschuldigingen zijn compleet weerlegd. De werkelijkheid is dat er dan nog altijd even aan gerefereerd wordt in gesprekken en tijdens de Spelen heeft Tes Schouten in een interview, na afloop van haar race, daar nog even naar verwezen. Los van dat verhaal zie ik voor mezelf wel keuzes. Ik denk in Olympische cycli en vaak in twee. Als je iets wil bouwen dan is twee Olympiades een perfecte termijn. Dan heb je een eerste aanloop van vier jaar en een blok van vier jaar erachter aan waar je dingen finetunet en optimaliseert. Ik snap dat persoonlijk vlak en werk aan mekaar gelinkt worden. Ik had sowieso een andere functie gekozen na afloop van deze cyclus.’

‘IK VIND HET HEEL FIJN OM ERVARING MEE TE NEMEN NAAR EEN ANDER PLEKJE’

‘Dit staat los van wat er op mijn pad is gekomen. Als je ziet naar de ontwikkeling in de hele maatschappij en je kijkt acht of zestien jaar terug, dan merk je dat dingen veranderd zijn. Als je tegen de standaard van nu coaches vraagt of ze in het verleden weleens een beetje verkeerd geweest zijn, dan zegt elke coach ‘ja, daar denk ik nu anders over.’ En dat geldt ook voor mij. Ik werk naar eer en geweten en integriteit is een hele belangrijke waarde in de fase waarop ik werk. Maak ik fouten? Ja. Ik heb ooit tegen een journalist van het Algemeen Dagblad gezegd ‘Als ik een Assepoester was had ik in de Efteling gewoond.’ Gebruik dat nu aub niet als kop he. Nu kan ik de vraag ook aan jou stellen: ‘Heb jij alles goed gedaan?’’

‘In die context moet je alles zien. Ik ben 27 jaar in dienst geweest van de KNSB met passie, met hart en met ziel en daar heb ik prachtige jaren beleefd. Nu ik iets dikker en ouder word vind ik ervaring heel mooi. 2000 waren maar eerste Spelen in Sydney. Als ik kijk wat ik toen als coach op de tafel bracht en deed – en dan heb ik het puur over het inhoudelijk werk – en ik zou de kennis hebben gehad die ik nu heb, dan had ik waarschijnlijk veel beter gepresteerd. Achteraf kijk je natuurlijk een koe in de kont maar ik vind het heel fijn om ervaring mee te nemen naar een ander plekje. Dat is het leuke aan bouwen. Je neemt dingen mee die je in het verleden hebt geleerd en waar je nu de vruchten van plukt.’

‘We hebben een nieuwe structuur aangebracht. Brigitte Becue is heel hard bezig met de aanstormende talenten. We moeten naar die acht jaar denken waardoor sporters makkelijker stappen kunnen zetten naar de laatste fase. Dat heeft echt tijd nodig om te groeien. Samenwerking in de algemene zin is de basis voor een goed resultaat. Ikzelf ben zeker actief in de begeleiding. Ook aan de rand van het zwembad want vanuit ivoren torens kan je niks doen. Qua inhoud staan we dicht tegen elkaar aan. We hebben naast Brigitte ook Louis Croenen, Nils Van Audekerke en Hilde Kauffmann als coaches. Wendy van der Zanden zit daar tussenin. Er zijn vier groepen: een elitegroep, een S-1-groep, een S-2-groep en een aanstormende talentengroep. Elk van de coaches heeft een groep. En ik ben in algemene zin de aanstuurder van al die processen. Ik werk nauw samen met hen als het gaat over de inhoud maar de trainers doen hun eigen ding wat betreft de relaties met de sporters, trainingsschema’s en de begeleiding.’

‘Ik ben echt wel van plan om hier acht jaar te blijven. Stabiliteit is een dikke voorwaarde voor succes. Daar hebben we behoefte aan. Je moet van de dagkoers af. Dit moet echt een investering worden waar we op een langere termijn mee kunnen werken. In deze wereld wil je presteren. Daar hoort druk bij. Daar lig ik niet wakker van. Ik heb klaarblijkelijk sinds 1997 elk jaar mijn hoofd ruim boven water gehouden en altijd de intentie gehad om te leveren. Ik denk dat dit ook is gelukt. Ik heb er veel vertrouwen in dat dit ook hier zal gebeuren. Concrete doelstellingen heb ik niet. Vraag me dat over vier maanden. Ik zou kunnen zeggen ‘we gaan drie medailles winnen’ maar zo zit deze wereld niet in elkaar. Ik ben wat voorspellingen betreft voorzichtig maar wel reëel.’

Brigitte Becue krijgt dus een nieuwe rol. ‘De komst van Mark heeft daar niks mee te maken. Ik coach nu een iets jongere groep. De verstandhouding met Roos Vanotterdijk was al even niet zo goed. Op het einde van het seizoen was er beslist dat wij niet meer samen gingen werken. De prestaties op het EK waren goed, net als op de Spelen. Ik wou de sfeer toen positief houden maar het was duidelijk dat ik een andere rol zou gaan invullen. En nu heb ik een groep leuke zwemmers, jonge gasten die willen bijleren.’

Becue zelf wordt opgevolgd door Louis Croenen. De voormalige zwemmer uit Lichtaart, die onder meer actief was als trainer in het zwembad van Herentals, ging twee jaar geleden met zwempensioen. ‘Ik wist dat ik op een dag zou willen terugkeren en ik had mezelf drie of vier jaar gegeven om dat te doen, maar het verzoek kwam eerder dan verwacht.’

 Croenen, drievoudig Olympiër, ging na zijn carrière, aan de slag als leraar lichamelijke opvoeding op een middelbare school in Antwerpen. Hij was ook verantwoordelijk voor het triatlonprogramma bij Sport Vlaanderen, maar de komst van Mark Faber was voor hem de aanleiding om bij Zwemfed aan de slag te gaan. ‘Het nieuwe beleid sprak me aan en was een belangrijke factor in mijn beslissing. Mark Faber komt uit een andere omgeving, hij zet de grote lijnen uit en is de juiste persoon. Hij hecht veel belang aan de techniek van onze zwemmers. Ik heb ook gemerkt dat de neuzen al richting de Spelen van Los Angeles 2028 wijzen.’

 Croenen coacht nu de elitegroep, waar ook Roos Vanotterdijk deel van uitmaakt. Hij gelooft dat de Limburgse nog maar aan het begin van haar carrière staat. ‘Ze heeft het potentieel om een top-tien plaats om te zetten in een top-acht. Ze moet niet alleen zwemmen op Belgische kampioenschappen of in nationale evenementen, maar op zoek gaan naar concurrentie in wedstrijden in het buitenland. Als je je rivalen eenmaal hebt verslagen, moet je ervoor zorgen dat je nooit meer van ze verliest.’

Edwin MARIËN

 

Views: 250