A1A3EdwinWielrennen

Lotte Kopecky en Sanne Cant: ‘Goed voor één keer maar niet echt fan van gravelwedstrijden’

LEUVEN – Marianne Vos is vanmiddag wereldkampioene gravel geworden. Bijna een ganse wedstrijd lang reed zij voorin, in het gezelschap van Lotte Kopecky. Ze verschalkte onze landgenote in de spurt. Achteraf polsten we even bij Kopecky, Sanne Cant en Marthe Truyen wat zij vonden van deze gravelervaring maar echte fans waren ze niet.

Nog op het grondgebied van startplaats Halle ontstond een kopgroep van elf met Kopecky en Cant. Op 70 kilometer van de streep waren ze nog met vier. En even later met twee. Aanvankelijk klikte het goed tussen de twee protagonisten maar hoe dichter ze Leuven naderden, hoe meer het Kopecky was die het werk opknapte. In de spurt liet ze zich verschalken door de Nederlandse veterane. Lorena Wiebes pakte het brons.

Kopecky: ‘Het is geen schande om tweede te worden te worden na Vos. Het was mijn eerste gravelrace en ik moet zeggen: het is toch iets speciaal. Het was leuk maar toen ik alleen voorop reed met Marianne leek het of mijn onderrug explodeerde. Elk putje op de weg voel je. Het is dan ook niet makkelijk om pijnvrij te  rijden. Ik had de sprint anders moeten aanpakken. Met Marianne ben je nooit zeker. Ik denk dat ik een beetje vlugger had moeten aanzetten.’

‘Ik heb een eerste keer doorgetrokken na 36 kilometer. Toen was de groep al flink uitgedund. Ik zag toen een andere opportuniteit. Marianne, Lorena en Soraya Paladin waren mee. Op de volgende helling waren we nog met twee over en dan begreep ik dat het tussen ons zou gaan. Ik probeerde bergop een beetje druk te zetten maar Marianne was supersterk. Ik ga nu proberen wat te herstellen want de afgelopen dagen was ik niet 100 procent fit. Daarom ben ik blij dat het vandaag toch goed verliep. Toch nog even dit: er is een stukje wanneer je Halle binnenrijdt, na de eerste lus, dat niet echt verantwoord is. Ik hoop dat de organisatoren dit nog veranderen.’

‘Mijn seizoen wordt niet gemaakt met deze wedstrijd. Voor mij kan het niet meer kapot. Het resultaat van vandaag is van ondergeschikt belang. Mijn programma is sowieso al redelijk goed gevuld. Dit WK was mooi meegenomen omdat het in België was. Ik weet niet of ik in de toekomst de trip zal maken om een WK gravel te gaan rijden. Dinsdag start ik in de Simac Ladies Tour, een zesdaagse rittenkoers in Nederland, en nadien volgt Kopenhagen.’

‘BEN NEDERLANDERS GAAN FELICITEREN OMDAT ZE VOOR EEN KEER EENS SAMEN REDEN’

Sanne Cant eindigde als 61 ste op bijna twintig minuten. ‘Ik ben gevallen na vijftien kilometer en ben als laatste terug vertrokken. Ik ben nog teruggereden tot in de tweede groep maar na drie uurtjes deden ze het licht uit. Mijn fiets lag langs de ene kant van het veld en ik langs de andere. Iedereen passeerde in volle snelheid.’

‘Ik had nog wat werk aan mijn fiets om hem terug in orde te krijgen. Het had niks te maken met een incident. Het gras was wat nat. Voor mij reed een Australische. Die liet een gat. Ik dacht ‘trap dan toch even door’, maar ik dook het gras in. Mijn twee wielen schoven weg. Dat was dus duidelijk niet de juiste keuze. Vervolgens ben ik hard beginnen rijden. Ik kwam Tiffany Cromwell tegen en we hebben met zijn tweeën alles gegeven tot we in de tweede groep zaten.’

Flanders Classics (organisator van het EK volgende week) en Golazo (organisator van dit WK)  denken dat voor gravel een mooie toekomst is weggelegd, een mening die Sanne Cant niet meteen deelt. ‘Gravel is één van de lastigste disciplines die het wielrennen kent. Je bent bijna alleen maar op je eigen aangewezen en je moet constant duwen. In het veldrijden heb je rondjes van vijf, zes minuten. Daar zie je de renners tien keer passeren. In gravelwedstrijden gaat het iets moeilijker zijn om publiek te trekken. Hier in het centrum van Leuven staat er wel wat volk maar je mag niet vergeten dat de toegang gratis is. Vraag hier toegangsgeld en je zal merken dat er veel minder op af zullen komen.’

 

Marthe Truyen uit Bevel werd tweede landgenote. Zij eindigde als elfde op bijna negen minuten. ‘Ik had er vooraf veel goesting in en ik dacht dat het heel plezant ging worden maar na een uur besefte ik dat gravel loodzwaar is. Er gebeurt zoveel en iedereen heeft zijn eigen verhaal van valpartijen, van haperingen,… Ik ben blij dat ik aangekomen ben. Op een bepaald moment reden we met 25 rensters voorop. Ook Puck Pieterse zat daar bij. Maar toen kwam er plots een groep van 20-30 man aansluiten. Dan moet je je onmiddellijk herpositioneren. Ik voelde dat Kopecky de boel wou uitdunnen. Ik zat er redelijk door. Het laatste wat ik voor Puck kon doen is nog een gelletje geven.’

‘Nadien kwam ik in een groep te zitten en toen ging het met horten en stoten. Af en toe reden er een paar weg. Dan kwamen er weer enkelen aansluiten. Ik zat bij de beteren. Dan is het iets gemakkelijker om het goede wiel te kiezen. En dan zie je ook wat minder af. Eén keer reed ik als derde toen er net voor mij werd gevallen. Maar materiaalpech heb ik niet gehad. Zeggen dat ik me geamuseerd heb is iets overdreven. Af en toe begin je te babbelen met rensters die je kent. Je bent immers gemeenschappelijk aan het afzien. Dan daag je mekaar een beetje uit. Shirin van Amroij noemde onze reacties op de aanval van die zeven een collectieve chasse patat. Ik ben een grapje gaan maken bij Riejanne Markus en heb haar complimenten gegeven omdat de Nederlanders voor één keer eens echt samen reden.’

Edwin MARIËN

 

Views: 100

This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies.  Learn more