Devlin Neyens (Laakdal): ‘Hamerslingeraars zijn nog altijd een ras apart in de atletiekwereld’
MOL – De kans dat u – als niet-atletiekliefhebber – een Belgisch hamerslingeraar kent, is bijzonder klein. Toch bestaat de mogelijkheid dat daarin binnen afzienbare tijd verandering in komt. Er zitten namelijk een aantal talenten aan te komen. Eén van hen is Devlin Neyens uit Laakdal. We spraken hem op zijn trainingspiste, op sportcomplex Den Uyt in Mol.
Het was even zoeken voor we de coördinaten van Devlin te pakken kregen. Uiteindelijk vonden we het GSM-nummer van zijn trainer. Toen we hem contacteerden zat hij net samen met zijn poulain het lidmaatschap te ondertekenen bij Vilvoorde KVAC. Hij maakt de overstap van VMol.
Neyens: ‘Ik woon in Groot-Vorst. Vroeger deed ik aan voetbal en zwemmen. Ik zwom in Tessenderlo en voetbalde bij Standaard Vorst, dat nu Laakdal is geworden. Op school deden we wat hoogspringen. Dat vond ik wel plezant maar ik wilde niet meteen naar een club toestappen. Mijn leerkracht zei wel dat atletiek iets voor mij zou zijn. Ik zat toen in het vijfde leerjaar.’
‘Uiteindelijk heb ik het dan toch met een klasgenootje geprobeerd. Ik vond het plezant en ben het blijven doen. In het begin nam ik vooral deel aan loopnummers. Na een tijdje mocht ik de kampnummers proberen en ik voelde meteen dat dit me wel lag. Op die manier heb ik me geleidelijk aan naar het werpen gericht. Ik combineerde dat met hoog- en verspringen. Eigenlijk ben ik wel een allrounder. Ik spring bijvoorbeeld vrij hoog voor een werper.’
‘Twee jaar geleden besloot ik om op het Belgisch kampioenschap indoor mee te doen aan het hoogspringen. Ik had helemaal niet getraind. Het enige wat ik had gedaan was twee weken minder gegeten om wat gewicht te verliezen. Het inspringen ging alvast goed. Vervolgens ging ik over 1m90. Plots stond ik op de eerste plaats. Ik had mijn record met vijf centimeter verbeterd en op 1m97 gebracht. Voor mij was dat even schrikken. Uiteindelijk hebben twee anderen mij, bij hun laatste poging, nog voorbij gestoken. Ik was dus uiteindelijk derde maar vond dat nog mooi. Nu ga ik het hoogspringen laten liggen.’
‘Ik ben wat zwaarder aan het worden en doe bijna alleen nog maar krachttraining. De explosiviteit, die je nodig hebt voor het hoogspringen, zit er niet meer in. Op dat moment zat ik nog bij Looise in Tessenderlo. Een vriend van mij, Orry Willems was heel goed in hamerslingeren. Dat kwam vooral door de goede coaches die in Mol zaten. Orry stelde me voor om het hier, in Mol, eens te komen proberen. Na drie trainingen gooide ik al acht meter verder dan voordien. Ik ben hier blijven trainen en ben uiteindelijk ook lid geworden van de club. Ik werd almaar beter en mijn trainers voorspelden dat ik 60 meter zou gaan gooien. Ik wilde hen echter niet geloven. En nu zit al bijna aan de 70 meter.’
‘Vorig seizoen waren mijn trainers opeens gestopt omdat er wat discussie was met het bestuur van VMol. Ik had mijn trainingsspullen meegenomen om na de les naar hier te komen en plots kreeg ik een berichtje. ‘Straks is er geen training. Het is gisteren vergadering geweest en we hebben besloten om er mee te stoppen.’ Ze waren hier ook aan het werken aan een nieuwe piste dus we konden hier niet trainen. In de loop van de week moesten we naar Tessenderlo en in het weekend naar Herentals. En één keer in de maand gingen we naar Obourg, een deelgemeente van Bergen, omdat daar een goede trainer zat.’
‘BIJ MOL KON IK MIJN KWALITEITEN NIET GEBRUIKEN TIJDENS DE INTERCLUB’
‘Ik zat dus zonder trainers, zonder feedback, zonder schema’s,,… Heel de groep vroeg zich af of we wel gingen verder doen want op die manier had het geen zin. Uiteindelijk bood Peter Gieghase, hulp. Hij had hier ook even training gegeven. Dat was op dinsdagavond. Maar hij is toen moeten stoppen doordat corona in het land was. De nieuwe samenwerking ging vlot. We zijn dan beginnen samenwerken met Michel Leynders, een Nederlander. Elke zondag rijden we nu naar Heerlen om met hem te trainen.‘
‘Sindsdien zijn mijn prestaties in stijgende lijn gegaan. Maar bij Mol moest ik op de interclub bijvoorbeeld hinkstapspringen doen. Ik kon mijn kwaliteiten dus niet gebruiken op een interclub. Dat vond ik jammer. We zijn toen in contact gekomen met de club uit Vilvoorde. Bij hen kon ik wel hamerslingeren tijdens de interclubwedstrijden. Dit jaar zal het keitof worden want dan vinden ze plaats in het Koning Boudewijnstadion. Zo’n wedstrijd wil je mee maken. Ik betaal nog wel lidgeld aan de club uit Mol omdat ik er nog train.’
‘Bij Mol vonden ze mijn vertrek jammer maar ze begrepen het wel. Zij zegden ook dat ze niet opkonden tegen de voorwaarden die ik in Vilvoorde krijg. Ik steek zoveel tijd en geld in mijn sport dat het wel leuk is wanneer je er eens iets voor kan terug krijgen. Op die moment heb ik even aan mezelf gedacht.’
‘Vorig jaar heb ik het nationaal beloftenrecord verbeterd en op 66m56 gebracht. Dat was voor mij een totale verrassing. In het begin van het seizoen wierp ik rond de 61 meter. Ik vreesde toen al ik dat mijn record bij de junioren niet zou halen. Tijdens het seizoen heb ik één keer 64 meter gegooid maar dat was een uitschieter. Op het kampioenschap zat het niet mee. Ik stond wel op het podium maar won niet. Na de kampioenschappen begon ik op training richting de 65 meter te gooien. Vrij laat op het seizoen heb ik dan een provinciale wedstrijd meegedaan. Bij het inwerpen was ik 64 aan het gooien. Toen wist ik: ‘dat komt hier in orde.’ Tijdens de wedstrijd zelf ben je zo bezig met die afstand dat ik de hamer te lang vasthield en teveel moeite wou doen. Ik had één worp die een halve meter buiten de sector ging en die bedroeg 65 meter. Dat begon serieus door mijn hoofd te spelen. Ik heb nadien geen geldige meer gegooid buiten de eerste, wat een saveworp was. Ik werd weer tweede.’
‘Ik was echt teleurgesteld omdat ik wist dat ik verder kon gooien maar het wou net niet lukken. Eén week later was het wel bingo. In Eeklo gooide in 66m56. Het is wel leuk om het seizoen op die manier af te sluiten. Ik verbeterde het record dat al sinds 1989 stand hield en deed er meteen twee meter bij. Tijdens mijn laatste wedstrijd, in Roermond, heb ik dan mijn eigen record nog eens gebroken en op 66m82 gebracht.’
‘Langs de ene kant was het jammer dat het seizoen gedaan was maar anderzijds had ik het wel gehad en keek ik uit naar de winter om terug te kunnen opbouwen. Tijdens deze periode doe ik aan volumetraining: vijf keer in de week kracht en twee keer werpen. Dan train ik hier in school Het Spoor. Ik doe af en toe indoorwedstrijden kogelstoten om het gevoel nog eens te hebben en hou me vooral aan mijn schema.’
‘HAMERSLINGERAARS SUPPORTEREN VOOR ELKE WORP VAN HUN CONCURRENTEN’
‘Dit jaar kijk ik uit naar het EK U23 in het Noorse Bergen. De limieten zijn echter nog niet bekend. In Nederland moeten de tweedejaars bijvoorbeeld 67m50 gooien. Ik heb wintertesten gedaan net na een volumetraining. Fysiek zat ik er volledig door. Ik dacht dat ik niks klaar zou krijgen maar ik gooide net geen 68 meter.’
‘Volgende maand wordt in Cyprus de European Winter Touring Cup georganiseerd. De federale werptrainer stuurde mij een berichtje dat hij mij zou inschrijven indien ik zin had maar de inschrijvingen komen wel voor een selectiecommissie. Het is dus niet zeker of ik van hen mag gaan. Ik vrees ook dat de limiet voor het EK hoog zal liggen want ze eisen een finaleplaats.’
‘Indien je de senioren erbij pakt hebben we redelijk wat werpers die de 60 meter halen. Onze beste werper is Remy Malengreaux, die al acht keer Belgisch kampioen is geworden. Zijn record is iets meer dan 67 meter. Mijn leeftijdsgenoot, Orry Wilms, kwam ook in de buurt van het Belgisch beloftenrecord. Ik had verwacht dat hij het zou verbeteren. Hij is afkomstig van Balen. We hebben hier dus heel vaak samen getraind. Hij woont nu in Amerika. Hij is er getrouwd dus hij gaat daar permanent blijven.’
‘Hamerslingeraars zijn een apart ras. Wij zien er niet uit als 100 meter-lopers maar je moet een beetje tegengewicht hebben he. Bij ons maakt de scherpte niet zoveel uit. Wij vormen een hechte groep. Iedereen kent mekaar. Wij supporteren voor elke worp van de anderen. Vroeger waren we nog meer afgescheiden. Het BK atletiek werd afgewerkt in het Koning Boudewijnstadion maar ons kampioenschap werd ergens anders gehouden. Ofwel moesten we om 9 uur aan de slag.’
‘Of hamerslingeren veilig is? Dat hangt van werpkooi tot werpkooi af. In Merksem heb je er nog één met stalen deuren die niet helemaal goed gesloten is en dan kan het gevaarlijk worden. Hier in Mol heb je een goede, diepe kooi. Daar kan je niks mis doen.’
‘Ik heb er nog niet over nagedacht wat mijn ultieme ambities zijn. Ik wil in eerste instantie dit jaar richting de 70 werpen en het EK eens meemaken. Ik zit al zo lang zo dicht bij dat internationaal niveau. Het is nog maar één keer gebeurd dat ik in het buitenland aan de slag mocht: tijdens een interland voor scholieren. Dat was het tofste wat ik ooit heb beleefd. Voor zo’n belevenissen ben ik aan het trainen.’
‘Ik moet nog 2,5 jaar revalidatiewetenschappen studeren aan de universiteit in Hasselt. Zondag word ik 21 jaar. Ik ga volgend jaar voor mijn Masters. Dan heb ik veel stages. Ik weet niet of ik dan nog optimaal ga kunnen trainen. Na mijn studies ga ik onmiddellijk beginnen werken. Ik zou nu al liever werken dan studeren.’
‘Voor mij blijft hamerslingeren een hobby. Ik verdien er niks mee. Het zou fijn zijn indien het anders kon. Vanessa Sterkendries, die naar de Spelen is geweest, werkt halftijds. Natuurlijk droom ook ik van de Olympische Spelen. Alles af hangt van hoe ik evolueer. Het voorbije seizoen verbeterde ik me bijna met zeven meter. Ik hoop ooit 75 meter te kunnen gooien. Het komt erop aan om dingen uit te proberen en te zien wat werkt en wat niet.’
Devlin Neyens werd sportman van de gemeente Laakdal. Tijdens de huldiging werden Gust Neuts, een 85-jarige wielertoerist, en TPC Laakdal in de spotlight gezet voor hun uitzonderlijke prestaties. Speciale aandacht ging naar Bert Aldelhof van TPC Laakdal die enkele weken geleden onverwacht overleed. Andere prijzen gingen naar Tess Claes (atletiek, sportmeisje), Stan Van Eysendijk (karate, sportjongen), Bart Bosmans (atletiek, G-sporter +18), Nooit Volleerd (boogschieten, jeugdsportclub -18), Interclub 40+ TPC Laakdal (tennis, sportclub +18) en Joni Muys (triatlon, sportvrouw).
Edwin MARIËN
Foto’s EM & Gemeente Laakdal
Views: 379
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.