De beste Belgische renner is een Nederlander. Van Aert na pech mooi tweede.
LIEVIN – Laten we eerlijk zijn: de Belgische en Nederlandse wielerjournalisten hebben er een heerlijke week op zitten. De persmededeling, die Wout Van Aert afgelopen zondag klokke zes de wereld instuurde, stelde hen in staat om verhalen te maken over de tweestrijd tussen Matje en Woutje op het WK , maar laat ons eerlijk wezen: niet één weldenkend mens geloofde erin dat die strijd voor de wereldtitel er ook effectief ging komen.
De wedstrijd in een zonovergoten en door Vlamingen en Nederlanders geannexeerd Liévin, heeft geen vijf seconden geduurd. Van der Poel startte vanop rij één en ging er meteen als een bezetene ervandoor. Wout Van Aert moest van start gaan vanop de vierde rij. Achteraf kan je je de vraag stellen of de man uit Herentals niet had moet starten in de Wereldbekerwedstrijd in Hoogerheide. Had hij dat gedaan, dan zou hij vanaf de tweede rij hebben mogen vertrokken, maar geef toe, er zijn wedstrijden geweest waarin én Van der Poel én Van Aert beiden op dezelfde rij mochten starten en ook toen was Van der Poel superieur. De man heeft nog geen seconde in Nederland gewoond en spreekt met een Vlaamse tongval. Het enige Hollandse aan hem zijn zijn identiteitskaart en de kleur van zijn trui op wereldkampioenschappen.
Van der Poel ging er het snelst vandoor al bleek Toon Aerts aan het eind van de eerste rechte lijn toch aan de leiding te rijden. Maar wanneer het veld moest ingedoken worden, nam VDP opnieuw het initiatief. Van Aert startte knullig. Het Belgisch plannetje om hem doorgang te verlenen bleek een maat voor niets. Na drie minuten lag – hoe raar dit ook mag klinken – de wedstrijd in een beslissende plooi. Van der Poel liet op dat moment de anderen alleen nog maar de achterkant van zijn fiets zien. Achter hem volgde een trio met Laurens Sweeck.
Sweeck reed bij het ingaan van de tweede ronde in tweede stelling maar had toen al bijna een achterstand van een halve minuut op de eenzame leider. In de tweede ronde volgden louter Belgen op de eenzame vluchter. Daarbij niet alleen Sweeck maar ook… Van Aert. Zijn geschaafde broek bewees dat hij het wedstrijdbegin – letterlijk – niet zonder kleerscheuren was doorgekomen. Van Aert toonde zich duidelijk de best of the rest. Bij het ingaan van de vierde ronde voerde Van Aert de achtervolgende troepen aan. Hij kreeg het gezelschap van Nieuwenhuis maar toen hij verkoos om de materiaalpost niet in te rijden, reed Wout opnieuw alleen op plek twee. Dat Van der Poel ondertussen met een lekke band had af te rekenen had geen invloed op het wedstrijdbeeld.
Na zes ronden was het verschil tussen de twee tenoren al opgelopen tot meer dan een minuut. Van der Poel werd voor de zevende maal wereldkampioen veldrijden en evenaart daarmee het record van Erik De Vlaeminck. In 2028 kan hij in Nederland zijn tiende regenboogtrui behalen. Van Aert werd tweede op 45 seconden. Sven Nys ging aan de haal met het brons op 1’06”. Toon Aerts werd zesde op 1’56”, Laurens Sweeck tiende op 2’09” en Niels Vandeputte veertiende op 3’40”.
MATHIEU VAN DER POEL: ‘DIT WAS EEN VAN MIJN BESTE CROSSEN’
‘Ik heb al een paar keer aangegeven dat dit wereldkampioenschap voor mij de enige cross was die telde deze winter. Ik ben heel blij met het gevoel dat ik had dit seizoen. Qua gevoel was dit misschien wel één van mijn beste crossen.’
‘Bij de start is het altijd de bedoeling om uit het gedrum te blijven. Ik heb mijn ding kunnen doen vanaf het begin. Ik kan alleen maar tevreden zijn. Alles is perfect verlopen. Buiten die lekke band ben ik redelijk foutloos gebleven op dit parcours, dat er toch wel verraderlijk bij lag. Iedereen heeft enorm gesukkeld met zijn pedalen. Dat was trouwens ook bij mij het geval.’
‘Ik had heel de week al een goed gevoel. En dat veranderde niet vandaag vanaf het begin van de koers. Na de derde ronde, waarin ik lek reed, heb ik geprobeerd om zo voorzichtig mogelijk te rijden overal. Ik moest lang met een lekke voorband rond rijden. Dat kostte veel energie. Daarna heb ik ook om een hogere bandendruk gevraagd om zeker te zijn. Het was zaak om het materiaal heel te houden. Ik had het snel door dat materiaalpech het enige was wat me van de titel kon houden.’
‘Door mijn ribbreuk heb ik twee crossen gemist. Misschien heeft dit me wel geholpen om net iets sneller terug duurtrainingen te doen maar ik had liever aan mijn plan vast gehouden en alle crossen willen rijden die op mijn programma stonden. Nu moest ik nog snel de knop omdraaien. Ik ben vooral blij dat ik er niet teveel last van heb gehad.’
‘Deze zevende titel betekent veel voor mij. Ik ga hier vooral binnen X-aantal jaren trots op zijn. Wanneer je als atleet nog actief bent denk je daar minder aan. Achteraf zal dat wel komen.’
WOUT VAN AERT: ‘DIT IS MIJN EIGEN SCHULD. IK HAD HOOGERHEIDE MOETEN RIJDEN’
‘Ik wist dat de eerste ronde cruciaal zou zijn. Waar het mee moest zitten zat het tegen en daardoor duurde het lang voor ik vrije baan had. Ik had bij de start bewust gekozen om zoveel mogelijk links te gaan staan. Ik had gemerkt dat er bij andere categorieën vaak ruimte kwam in de buitenbocht. Dat was bij ons niet het geval. Het stropte op. Ik belandde zelfs bijna in de hekkens. In de eerste bocht stond ik helemaal stil. Vervolgens zat ik nog verder dan mijn startpositie was. Vooraleer ik kon beginnen opschuiven, zaten we al een ronde verder.’
‘Ik was deze koers gestart zonder te denken ‘ik moet daar dit of ik moet daar dat’. Ik wist dat dit een scenario was dat tot de mogelijkheden behoorde. Ik had de zaak zelf niet onder controle. Er stonden 50 stieren aan de start en je creëert een echte chaos wanneer je daar in terecht komt. Ik heb mijn verstand op nul gezet en ben rustig gebleven. Daarna reed ik een goede koers.’
‘Ik dacht dat het veel langer ging duren voor ik in de achtervolgende groep zou terecht komen maar het gebeurde eerder. Dat was al positief. Mathieu reed niet heel veel sneller dan ik, vanaf ik een vrije baan had. Ik ben tevreden.’
‘Ik kwam hier aan het podium en ze zeiden: ‘Uw broek is gescheurd.’ Ik weet echt niet hoe dat gebeurd is. Onderweg ben ik trouwens ook nog mijn fietscomputer verloren. Het was een typisch WK voor mij, met een knotsgek begin. In de achterhoede is het echt oorlog. Ik wist dat het een beetje moest meezitten om gelijk in de koers te komen. Dat deed het niet, dus dat was wel jammer.’
‘Ik heb vandaag een goede zaak gedaan want door mijn tweede plaats pak ik heel wat punten die ik kan meenemen naar volgend seizoen. Dat zijn de punten die ik miste door vorig jaar het WK niet te rijden. Het is mijn eigen schuld. Als ik vorige week in Hoogerheide aan de start was verschenen had ik in de top zestien van de wereld gestaan en dan startte ik op rij één of twee. Ik heb dat bewust niet gedaan. Het zou dan ook heel dom zijn om daar nu over te klagen.’
‘De jongens voor me hebben die koersen wel gereden. Het is een eerlijk systeem, waar iedereen vooraf van weet hoe het werkt. Dan weet je dat je geluk moet hebben. De eerste crossen die ik deze winter reed, had ik dat geluk en kwam ik eruit, maar vandaag niet. Dan is er één ding wat je kunt doen: rustig blijven en aan je koers beginnen als je eruit bent. Ik heb er toch enorm van genoten. Ik heb een goeie koers gereden. Het was denk ik de beste cross van mijn seizoen.’
Van Aert werd tussen 2016 en 2018 drie keer op rij wereldkampioen. Hij werd eerder ook al vier keer vicewereldkampioen, telkens achter Van der Poel, in 2015, 2019, 2021 en 2023.
De Nederlander schreef met zijn zevende titel geschiedenis in Noord-Frankrijk. ‘Het is ongelofelijk. Het is niet voor niets dat ik bij de aankomst symbolisch mijn petje afdeed. Ik ben wel heel blij dat ik erbij ben op de dag dat Mathieu dit klaar krijgt. Het moet zo zijn, denk ik. Hij wint, ik ben opnieuw tweede.’
‘Het WK is dé wedstrijd van het jaar in het veldrijden, met zoveel publiek. Het was mooi om daar terug bij te horen. Ook volgend seizoen wil ik mij tonen in de cross. Ik denk dat iedereen wel ziet dat dit me nauw aan het hart ligt. Na al die jaren blijk ik het ook nog altijd goed te kunnen. Waarom zou ik er dan mee stoppen?’
TOON AERTS: ‘DRIE KEER LEK RIJDEN WAS NET IETS TEVEEL’
Toon Aerts: ‘Ik ben driemaal lek gereden. Eén keer na twintig minuten, dan na 30 minuten en tenslotte na 40 minuten. Telkens ik weer in mijn ritme kwam had ik opnieuw prijs. Er moet ergens een spoor zijn geweest waar een steen in lag. Het parcours lag er toch iets verraderlijker bij dan verwacht. Het was op deze gladde omloop even zoeken naar het goede gevoel, maar dat had ik wel vanaf de tweede ronde.’
‘Ik kon vaak in de buurt komen van de betere renners al wist ik dat het niet makkelijk zou zijn om het podium te halen. De top twee lag buiten bereik maar ik had de benen om mee te doen voor de derde plaats op het podium. Ik word nu zesde, maar zonder die lekke banden had ik korter kunnen eindigen. Ach, natuurlijk is pech hebben niet leuk maar bij mij duurt dat vijf seconden vooraleer ik opnieuw gefocust ben op de koers. Ik heb al wel erger dingen meegemaakt de vorige jaren.’
‘Het was een zalige wedstrijd. Het was heerlijk om tussen dat schitterende publiek te rijden . De mensen gingen geweldig tekeer. Van der Poel heeft vandaag getoond wat hij kan met de fiets. Ik heb in een podcast gezegd dat ik Sven Nys de beste veldrijder aller tijden vond maar ik moet mijn mening herzien. Dat is zonder twijfel Mathieu.’
‘Ik ben teleurgesteld. Ik heb zoveel kracht verspeeld en zoveel tijd verloren met die lekke banden. Dat ik nog zesde word, is dan uiteindelijk nog goed. Ik ga de komende weken nog alles proberen te geven in de laatste crossen van het seizoen. Ik heb goed getraind en dat wil ik nog tonen.’
LAURENS SWEECK: ‘MIJN BENEN LIEPEN LEEG’
Laurens Sweeck: ‘Ik had een goede start maar mijn benen liepen leeg. Ik zag kansen om in de top vijf te eindigen maar uiteindelijk werd ik tiende. Omdat ik zo snel weg was heb ik niet achterom gekeken. Ik wist dus niet dat Wout werd opgehouden.’
‘De eerste drie ronden ging het goed. Maar ik kon geen tand bijsteken, en dan weet je dat het niet zal volstaan voor een medaille. Vandaag zat het er niet in. Misschien had ik nog enkele plaatsen hoger kunnen eindigen want ik reed lange tijd rond plaats vijf à zes en word pas tiende. Dat is zuur. Maar ik was de voorbije weken ziek en ik kan dit wel een plaats geven.’
‘Tja. Van der Poel. Wat moet ik daar nog over zeggen? Ik hoop dat hij in de toekomst ook een aan andere renners denkt. Neen, serieus, moest ik het kunnen, ik zou al die zeges ook niet laten liggen hoor.’
STERRE VERVLOET (VOSSELAAR): ‘JAMMER VAN DIE STOMME VAL’
Niet alleen in de wedstrijd bij de eliterenners ontbrak elke spankracht wanneer het over de titel ging, ook bij de meisjes beloften stond er geen maat op Zoe Backstedt die haar zege van vorig jaar nog eens dunnetjes overdeed.
De Britse won met 39 seconden voorsprong op Marie Schreiber en en 1’20” op Leonie Bentvelt. Sterre Vervloet finishte als elfde op 5’07”. Het werd geen makkelijke race voor haar. Ze ging van start vanop de vierde rij en reed halfweg in vijftiende stelling.
Vervloet: ‘Ik ben blij. Ik startte hier met de hoop top vijftien te rijden en mits een hele goede dag top twaalf. Dat is mij gelukt met een elfde plaats.’
Ik moest van op de vierde rij vertrekken. Ik had daarom wel wat schrik voor die start maar ik kon snel opschuiven voor de eerste technische stukken, waar het moeilijker zou worden om in te halen. De hele wedstrijd zat ik in een groepje van vijf, zes met wie ik om de tiende plaats aan het vechten was. In de voorlaatste ronde maakte ik een stomme val en moest ik dat groepje laten gaan. Ik kon daarna nog wel enkele meisjes inhalen maar de top tien zat er net niet in.’
Vervloet was zeker niet de enige renster die op de glibberige en erg modderige omloop tegen de grond ging. ‘Het was echt super glad. Het was zaak om recht te blijven, niet te veel fouten te maken. Dat is mij redelijk goed gelukt tot die ene val. Die kostte mij de top tien.’
LENNES JACOBS (WUUSTWEZEL): ‘IK WERD HARD IN DE KANT GEDUWD’
De slotdag van het WK veldrijden was van start gegaan met de titelrace bij de junioren. Voor die jonge kerels werd het een hele opdracht. Bij het ochtendgloren vroor het in Liévin nog zes graden en ook bij de start – om 11 uur – lag het parcours er keihard bij. Maar halfweg koers veranderde dat. De eerste dooi trad in en die metamorfose van de ondergrond zorgde voor tal van valpartijen en incidentjes.
68 renners uit 22 verschillende landen gingen van start en de op papier sterkste twee uit het lot streden tot aan het slot voor de hoogste podiumplek: de leider in de UCI-ranking en de nummer twee uit het Wereldbekerklassement, Matthia Aostinacchio, had op het eind een voorsprong van twaalf seconden op de Bretoen Sören Bruyere Joumard en twintig seconden op een andere Italiaan, Filippo Grigolini.
Lennes Jacobs uit Wuustwezel had gehoopt op een top tien-plek maar kwam nooit in het stuk voor. Hij nam wel een goede start maar moest de rol vlug lossen. Bij de voorlaatste doortocht kwam hij door als twintigste en dat werd ook zijn plek in het eindklassement.
‘Mijn start was heel goed. Ik vertrok als vijfde of zesde maar daarna werd ik hard in de kant geduwd, mijn stuur stond helemaal scheef en ik zakte weg naar ongeveer de twintigste plaats. Veel verder ben ik niet geraakt.’
‘Dit was mijn eerste WK en sowieso was het wel een heel leuke ervaring. Het publiek was geweldig. Het is alleen spijtig dat ik niet zo goed heb gereden.”
Jacobs rijdt voor het WAC team. Hij leerde crossen in Nederland, in de ‘West-Brabantse Veldritcompetitie’. Hij kijkt uit naar de wegwedstrijden en hoopt zich te tonen in klimkoersen.
ZATERDAG 20 DECEMBER: WERELDBEKERWEDSTRIJD IN ANTWERPEN
De UCI maakte de kalender voor de Wereldbekerwedstrijden bekend voor het volgend seizoen. Antwerpen is niet langer de opener en staat geprogrammeerd op zaterdag 20 december. Drie crossen verdwijnen (Dublin, Besançon en Hulst, maar daar wordt wel het WK georganiseerd). Drie wedstrijden keren terug op de kalender: Tabor (de openingscrosswedstrijd), Flamanville en Koksijde. Blijvers zijn naast Antwerpen Cabras, Namen, Gavere, Dendermonde, Zonhoven, Benidorm, Maasmechelen en Hoogerheide. Ook nu worden alle wedstrijden afgewerkt in een periode van twee maanden.
Aanstaande woensdag start het veldritpeloton in de Parkcross in Maldegem. Voor Van Aert en Van der Poel zit het seizoen erop. Onze landgenoot verschijnt op maandag 17 februari aan de start in de Clasica Jaen, de wereldkampioen op zaterdag 22 maart in Milaan-Sanremo. Het is wachten tot de Ronde van Vlaanderen op zondag 6 april vooraleer de twee tenoren elkaar voor het eerst op de weg zullen bestrijden.
Edwin MARIËN
Views: 602
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.