A1A3EdwinWielrennen

Cédric Beullens heeft ruim aandeel in derde plaats van Arnaud De Lie in Brussels Cycling Classic

BRUSSEL – Jonas Geens, onze gesprekspartner van gisteren na afloop van de Heistse Pijl, heeft woord gehouden. Hij heeft zich vandaag getoond in de finale van de Brussels Cycling Classic maar het stond in de sterren geschreven dat zijn éénmanspoging gedoemd was om te mislukken. Wat ooit Parijs – Brussel was, een koers die in het verleden 400 wedstrijdkilometer telde en die nadien een hele tijd aankwam voor de poorten van het stadion van Anderlecht en ook vaak de Noord-Franse grens overstak, is nu een sprintklassieker bij uitstek.

En wie aan spurten denkt, denkt uiteraard aan Tim Merlier. De Europese kampioen begon vandaag aan zijn voorbereiding op de Tour. Alexis Renard en Arnaud De Lie – eindelijk herboren – konden vanop de tweede en derde plaats nog rustig een fotootje nemen van de winnaar toen die vernietigend uitpakte.

Flanders Classics, de organisator van de Brussels Cycling Classic, doet er alles aan om van de BCC een klassieker te maken waarin er onderweg ook spektakel te zien is. Zo doet men al een paar jaar de Muur en de Bosberg aan en dit zelfs drie keer. Na de laatste beklimming is het nog anderhalf uur rijden. Het laat zich raden dat de renners die daar voorop rijden later niet meer in het stuk voorkomen. De Rosweg is de laatste noemenswaardige hindernis op het parcours – twee kilometer kasseien op achttien kilometer van de meet – en de renners rijden er mooi achter elkaar op de betonnen strook langs de boord van de weg.

Acht renners mochten aanvankelijk tot vier minuten voor de anderen uitrijden. In de achtergrond waren het de ploegmaats van de jongens met de snelle benen – Merlier, Fretin en De Lie – die zich het snot uit de neus reden. Dat resulteerde in een groep van acht renners die de jacht inzetten op de kopgroep. Onder hen Dries Van Gestel die, na een afwezigheid van drie maanden wegens polsbreuk, opnieuw aan de start verscheen. Tijdens de laatste beklimming van de Muur smolten groep één en twee samen. Nu begonnen ook de ploegmaats van Hugo Hofstetter in de achtergrond wat feller op de pedalen te trappen. Uiteindelijk reden Abrahamsen – de winnaar van vorig jaar -, Planckaert en Van Dijke voorop. Zij kregen het gezelschap van Cedric Beullens maar lang duurde hun verhaal niet meer. De laatste aanvalspoging kwam op naam van Jonas Geens maar dat was slechts de prelude voor de massaspurt.

Cedric Beullens (28) was best tevreden met zijn prestatie. ‘Weet jij op welke plek Arnaud is geëindigd? Neen? Derde denk ik (wat dus klopte, EM). Zelf voel ik me best OK. Het was een lastige koers met de drie passages over de Muur. Als collectief hebben we goed gereden. We hadden iemand mee in de vlucht. We hadden iemand mee in de tegenaanval. Op het laatste kon ik nog naar de vluchters springen. We waren heel de dag vertegenwoordigd. We hebben wel al mindere koersen gekend als ploeg. Het is plezant om de groep terug samen te vinden en direct te presteren.’

‘In het wielrennen kan het soms tegenzitten en soms zit het mee. We moeten deze veerkracht blijven tonen. Zelfs als het slecht gaat moeten we gewoon geduld hebben en moeten we aan onszelf blijven werken. Veel hangt af van de kopman maar vandaag was iedereen echt wel in orde. We hebben altijd vertrouwen in elkaar gehad en we zullen wel zien hoe dat in de toekomst verder verloopt.’

‘Ik ben net terug van een hoogtestage op de Sierra van 2,5 week.  Het was dus wel wat wennen op een iets explosiever parcours. Ik ben tevreden en hoop deze lijn morgen verder door te trekken in de Antwerp Port Epic. Mijn seizoen was natuurlijk niet geweldig. Ik heb er bijna heel het voorjaar uitgelegen door ziekte. Echt positief kan ik daar niet over zijn. Maar het seizoen is lang. Er komen nog veel koersen. Ik ben blij zoals ik me nu voel. Alle miserie ligt achter de rug. Ik liep eerst griep op en nadien kreeg ik nog een bacterie. Dat viel net samen in het klassieke seizoen. Op dat moment is het moeilijk om de energie die je dan kwijt bent gespeeld terug in te halen. Na de Port Epic rij ik nog Hageland, Brugge, Kopenhagen en het BK.’

Edwin MARIËN

Views: 213

This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies.  Learn more